Terug

 

 

-1-        

 

"Mamma, mamma, Oeds heeft ook geen pappa! Goed, hè?" Fleur trok aan Ankies mouw, maar Ankie keek haar dochtertje streng aan. "Je ziet toch dat ik bezig ben. Je moet echt op je beurt wachten."

"Maar Oeds…"

"Fleur!" Ankie boog zich weer naar het jongetje dat zich bezeerd had in de blokkenhoek. Ze hield zijn handje vast en wreef nu zacht over het minimaal rode plekje. "Als ik er een kusje op geef, is het dan over?" vroeg ze hem. Ondertussen negeerde ze Fleur die aan haar mouw bleef trekken.

"Ik wil naar mamma toe!" riep de kleine jongen wanhopig uit.

"Mamma komt straks weer, Sander."

"Mamma moet nu komen!"

Ankie keek de vierjarige Sander glimlachend aan. Dit was pas zijn eerste week in het kinderdagverblijf waar Ankie leidster was. Voor de kerstvakantie was hij twee keer een middag geweest om te wennen, maar dat was duidelijk niet genoeg geweest. Het was ook een hele overgang voor hem. Van de peuterspeelzaal naar de basisschool en na die tijd ook nog naar de naschoolse opvang. Ze had er alle begrip voor dat hij het moeilijk had.

"Hier," zei Fleur en ze stak Sander een grote beer toe.

Sander greep het knuffeldier met beide handen aan en drukte het zachte beest tegen zijn gezichtje.

Ankie knikte naar Fleur. "Goed idee en nou jij. Wat had jij me te vertellen?"

"Jij bent mijn moeder," zei ze met een felle blik in de ogen.

"Nou en?"

"Dan moet je ook naar me luisteren als ik wat zeg."

Ankie zuchtte zachtjes. Op de opleiding tot Sociaal Cultureel Werker had ze geleerd duidelijk en consequent te zijn. Af en toe was dat best moeilijk, maar Fleur had het nodig, want ze probeerde graag een loopje met haar te nemen. "Ja, lieverd, ik ben jouw moeder, maar hier ben ik de juf en zijn alle kinderen gelijk. Dat weet je nu zo langzamerhand wel en ik hoop dat ik het niet weer hoef te zeggen."

"Ik ben niet een van de kinderen, ik ben je dochter."

"Wat wou je me vertellen?" zei Ankie. Het zou een eindeloze discussie worden als ze hier verder op inging, een discussie die uitsluitend tot herhalingen leidde. "Nou?"

"Ik weet het niet meer," mokte Fleur. "Dan moet je ook maar meteen luisteren. Nu ben ik het vergeten." Ze stampte op de vloer.

"Gedraag je, Fleur. Hier maken we geen ruzie!" zei Ankie streng.

"Had je maar moeten luisteren!"

De blik in haar ogen deed Ankie denken aan haar jongere zus Esther, die jarenlang in de contramine was geweest. Als Fleur dat ook van plan was, dan stond haar nog wat te wachten. Er was echter wel een grote troost: het ging ooit weer over. Dat had ze bij Esther gezien. "Je wilde iets zeggen over Oeds," hielp Ankie haar. Ook Oeds was nieuw bij hen in de groep.

"O ja!" Haar gezichtje klaarde op. "Hij heeft ook geen pappa. Vind je dat niet leuk?"

Ankie moest onwillekeurig lachen. Ze begreep natuurlijk precies wat Fleur bedoelde, maar erg meelevend klonk het niet. "Ik wist wel dat er meer kinderen zonder vader zijn. Je bent echt niet de enige."

"Maar Oeds is al groot en hij heeft ook nog steeds geen nieuwe pappa," zei Fleur.

"Wat bedoel je?" Ze keek haar fronsend aan. Dit kon ze even niet volgen.

Fleur haalde haar schouders op. "Alle kinderen krijgen toch later een nieuwe pappa als ze geen pappa hebben, maar Oeds heeft nog steeds geen nieuwe pappa, dat bedoel ik."

"O, bedoel je dat." Ankie schrok van deze opmerking, maar probeerde het niet te laten merken. Waar haalde ze dit nou weer vandaan? Een nieuwe pappa? Ze besloot dit onderwerp later, als ze thuis waren, gauw ter sprake te brengen, want wat haalde ze zich in het hoofd? Er was helemaal geen nieuwe pappa in zicht. Totaal niet. "Oeds is negen, dus hij is maar twee jaar ouder dan jij. Zo groot is hij dus nog niet."

"Maar zijn moeder moet wel opschieten," hield Fleur vol.

Ankie knikte afwezig. Dacht Fleur echt dat zij ook ooit een nieuwe pappa zou krijgen? Het was wel prettig dat uit deze opmerkingen bleek dat ze niet meer op haar eigen vader zat te wachten en dat ze zich erbij neergelegd had dat ze die niet meer zou ontmoeten. Ze hoopte daar in elk geval niet op. Maar hoopte ze wel op een andere vader? Waar haalde ze dat idee vandaan?

"We gaan wat drinken," zei Ankie, om de aandacht af te leiden. Ze keek op haar horloge en knikte bevestigend. "Iris?" riep ze naar haar collega. "Hou jij ze even allemaal in de gaten? Dan schenk ik de bekers vol."

Iris knikte opgewekt en liep op Sander af, die al weer aan het huilen was.

Ankie zag hoe ze door de knieën ging en troostend haar arm om de kleine jongen sloeg. Iris was een leuke meid, waar je ook echt op kon bouwen. Ze deed wat ze beloofde, was altijd opgewekt en vooral heel positief ingesteld. Ze was een grote steun voor Ankie en ze waren zelfs goede vriendinnen geworden in de anderhalf jaar dat ze hier nu samen werkten. Iris was vijfentwintig, drie jaar ouder dan Ankie, toch was Ankie de hoofdleidster. Dat kwam doordat zij een hogere opleiding gevolgd had.

"Kom, we gaan in een kring zitten," zei Berdien, het meisje dat op dat moment stage bij hen liep. "Oeds, kan je me helpen de stoelen in een kring te zetten?"

De jongen kwam meteen overeind. Hij voelde zich trots dat hij mocht helpen en zette de twaalf kleine en drie grote stoelen keurig in een cirkel. Iris ging rond met de bekers drinken.

"Ik wil dat mamma komt," zei Sander opnieuw.

"Zo lang duurt het niet meer," zei Iris opgewekt.

"Mamma is lief en jij niet," zei hij verbolgen.

"Ik niet?" Iris keek hem aan alsof ze vreselijk schrok. "Waarom ben ik niet lief?"

Hij gaf geen antwoord, dacht lang na en kwam toen tot een conclusie: "Omdat jij mamma niet bent."

"Daar is geen speld tussen te krijgen," lachte Iris. "Sander, je hebt helemaal gelijk, maar wil je nu je beker leeg drinken?"

"Nee." Demonstratief zette hij de beker op de vloer naast zijn stoeltje. Het verdrietige jongetje was veranderd in een boze jongen.

"Ik vind Iris ook niet lief," zei Fleur, alsof ze hem daarmee kon troosten.

Hij keek verrast op.

"Iris is mijn moeder ook niet," zei Fleur schaterend.

"Nou, ik heb mijn dag duidelijk niet," zei Iris teleurgesteld. "Niemand vindt me lief."

"Ik wel, hoor!" zei Oeds, "en ik wil je ook wel als mamma."

"Dat kan helemaal niet!" riep Fleur uit, nog voor Iris iets terug kon zeggen. "Je hebt al een mamma."
"Nou en?" zei Oeds. "Mamma's zijn veel liever dan pappa's, dus ik heb liever twee mamma's dan een mamma en een pappa."

Daar moest Fleur even over nadenken. Iris knipoogde naar Oeds. "Je hebt me weer helemaal blij gemaakt," zei ze vrolijk.

Buiten werd er geclaxonneerd en iedereen keek op. "Dat was Jannes," riep Ton verbaasd uit. "Zou hij weten dat ik hier ben?"

Ton was het derde nieuwe kind dat na de kerstvakantie bij hen gekomen was.

"Waar ken jij Jannes van?" vroeg Ankie hem.

"Zijn vader en moeder wonen naast mij. Vroeger was hij mijn buurjongen, toen hij nog bij hen thuis woonde."

Logisch. Ton was de zoon van Mark Torens, de man bij wie ze ooit gesolliciteerd had naar deze baan. En ze wist al zo ongeveer vanaf de eerste dag dat ze in dit dorp woonde, dat Jannes' ouders naast meneer Torens woonden.

"Mooie bus, hè?" vroeg Ton glunderend. "Ik heb zaterdag voorin gezeten. Echt tof, want dan zit je heel hoog. Leuk dat ie naar me toeterde!"

Iris lachte betekenisvol naar Ankie, want Jannes toeterde altijd als hij langsreed en dat was echt niet voor Ton.

"Ja, mooie bus," was Ankie het met Ton eens. "Heb je gelezen wat erop staat?"

"Tuurlijk! Jannes Vonk, uw schilder, maar hij is mijn schilder helemaal niet," lachte Ton.

"Dat heeft hij er zelf op geschilderd," wist Oeds te vertellen.

"Ja, joh, Jannes is een handige man," zei Iris, terwijl ze opnieuw naar Ankie keek. "Daar heb je wat aan, aan zo'n man!"

"Kan je niet eens vragen of ik ook in dat busje mag," vroeg Oeds nu aan Ton.

"Tuurlijk. Doe ik wel," zei Ton goedmoedig.

"Gaaf, joh!" Oeds glunderde.

Na het drinken vroeg Ankie of de kinderen een tekening wilden maken over wat ze zich herinnerden van de jaarwisseling en om half vijf werd het eerste kind opgehaald.

Ook Mark Torens kwam het zaaltje binnen.

"Pap! Hoi!" riep Ton spontaan. "Is mamma er niet?"

"Nog niet. Het is woensdag, weet je en dan zou mamma altijd langer werken dan ik. Heb je het leuk gehad?"

"Best wel. Kijk, ik heb vuurwerk getekend." Trots liet hij zijn tekening zien.

"Dat is wat hij zich herinnert van de jaarwisseling," legde Ankie uit.

"Is hij een beetje te hanteren?" vroeg meneer Torens haar.

"Ton is een schat en dat zeg ik niet omdat u op het gemeentehuis werkt en me kunt ontslaan," zei ze lachend.

Hij lachte ook. "Dat weet ik wel, want ik ken mijn zoon en hij is echt een schat! Het is anders wel een geweldige oplossing dat hij hier in ons dorp naar de naschoolse opvang kan. Mijn vrouw wilde zo graag weer aan het werk. Op deze manier is dat een stuk gemakkelijker."

"Fijn. Dat is de bedoeling ook van de naschoolse opvang. Nou, Ton, tot vrijdag, want morgen kom je niet. Dan is je moeder vrij, weet je nog?'

Om zes uur waren alle kinderen weg, behalve Fleur natuurlijk. Iris, Berdien en Ankie ruimden de boel op. Fleur ging vast naar boven. "Ik ga televisie kijken," riep ze, terwijl ze weg huppelde.

Ankie keek haar glimlachend na en voelde opnieuw dat het een goede beslissing was geweest om hier te gaan werken en wonen. Het was een hele stap, maar het was tegelijk een enorme uitdaging. Ze was nog geen vijftien toen ze Fleur kreeg. Onbedoeld en ongewild, maar wat hield ze van haar dochter! Gelukkig hadden ze haar thuis goed opgevangen. Ankies ouders hadden de baby opgenomen in het gezin alsof ze er een van hen was. Ze hadden haar de mogelijkheid gegeven het VMBO af te maken en aansluitend een opleiding te volgen. Deze kans, leidster van dit kinderdagverblijf met een woning boven het verblijf, had ze met twee handen aangegrepen. Ondanks de goede zorgen en de bescherming die haar ouderlijk huis haar boden, voelde ze dat het de hoogste tijd werd om op zichzelf te gaan wonen. Het betekende echter wel dat ze opeens alleen was met Fleur en dat was een grote verandering. Niet alleen de verantwoordelijkheid, die nu op háár schouders rustte, maar ook de stilte om hen heen. Ankie had twee zussen en een broertje. Er was altijd leven en drukte in het gezin. Dat viel weg toen Ankie met Fleur alleen ging wonen. De band tussen hen beiden was er echter veel sterker door geworden en Ankie genoot nog dagelijks van het feit dat ze nu helemaal alleen haar eigen beslissingen kon nemen. Natuurlijk was dat ook af en toe moeilijk, want wat was goed en wat verkeerd? Gelukkig bleef het contact met haar eigen moeder Janieta ook prima en kon ze haar altijd om raad vragen.

Een keer per maand ging Fleur trouwens een weekend naar Ankies ouders toe. Dan had Ankie helemaal het rijk alleen en dat was ook een heerlijke ervaring. Vaak ging ze in zo'n weekend stappen met haar beste vriendin Sietske, die in de stad Groningen woonde, soms ging ze met Jannes en zijn vriendengroep naar de disco in de buurt of met Iris naar de film. Ze had het echt prima voor elkaar op deze manier en ze genoot volop van haar leven als hoofdleidster en als moeder.

"Zeg, wat sta jij te dromen," zei Iris lachend. "Moeten wij alles alleen doen?"

"O, sorry!" Ankie keek geschrokken op. "Ik was even helemaal weg met mijn gedachten."

Snel begon ze het speelgoed bij elkaar te zoeken.

"Zeker bij Jannes," lachte Iris.

"Jij met je Jannes. Volgens mij heb jij zelf een oogje op hem," zei Ankie.

"Ik? Welnee, ik heb Jelle toch!"

Ankie zweeg en ging verder met opruimen. Ze had geen zin uit te leggen wat ze voor Jannes voelde. Dat had ze al vaak genoeg gedaan. Bovendien was Berdien er nog en die ging het helemaal niets aan.

"Mamma? Wat eten we vandaag?" Fleur riep van halverwege de trap.

Ankie reageerde niet. Fleur wist inmiddels wel dat ze er niet van hield door het gebouw heen te gillen. Fleur herhaalde echter haar vraag vanaf dezelfde afstand.

"Ze is wel hardleers," mopperde Ankie.

"En eigenwijs," zei Iris.

"Maar ook een schat," vond Berdien.

Ankie keek hen trots aan. "Ja, een schat is ze zeker. Ik moet haar wel een beetje in toom houden af en toe, maar ze kan ook vreselijk lief zijn. Nou, we zijn klaar. Ik zie jullie morgen weer. Dag!" Ze sloot de buitendeur van het dagverblijf achter hen en ging de trap op naar boven.

"Waarom zeg je niets als ik wat vraag," zei Fleur onvriendelijk.

"Dat weet je heel goed."

"Maar ik heb honger."

Ankie liep naar de keuken en stak het gas aan onder de pannen, die al klaar stonden. Het kinderdagverblijf was voornamelijk bedoeld voor naschoolse opvang en daarom was ze 's morgens altijd vrij. Deze ochtend had ze de aardappels al geschild en de boerenkool gesneden. Ze hoefde het nu alleen maar gaar te koken, door elkaar te stampen en een stukje spek uit te bakken. "Over een half uurtje kunnen we aan tafel," zei ze tegen Fleur die haar achterna gelopen was. "Ondertussen ga ik jou vast douchen."

"Ik kan zelf toch douchen!" protesteerde Fleur.

"Dat weet ik, maar ik loop even mee. Misschien moet de wasmachine ook wel aangezet worden." Ze wist dat dat niet zo was, maar ze wist ook dat Fleur vooral onder de douche erg spraakzaam werd en de woorden 'nieuwe pappa' zaten haar nog steeds dwars. Voorzichtig bracht ze het onderwerp ter sprake, terwijl Fleur zich uitkleedde en Ankie het water op temperatuur bracht. "Hoe wist je eigenlijk dat Oeds geen vader heeft?"

"Dat zei hij. Hij zei: 'Jij hebt geen vader en ik ook niet'."

Tja, bedacht Ankie, dat was inmiddels algemeen bekend in het dorp. Dat nieuwtje was als een lopend vuurtje rond gegaan toen ze hier kwamen wonen. Toch had niemand er haar ooit op aangekeken. Heel soms vroegen ze wel eens hoe het toch had kunnen gebeuren en waarom ze geen contact meer had met Fleurs vader, Erwin, maar ze had geleerd daar niet op in te gaan. Die vragen wilde en hoefde ze niet te beantwoorden. Het ging de mensen niets aan hoe ze zwanger was geraakt en waarom ze Erwin nooit meer zag. "Dus Oeds woont ook helemaal alleen met zijn moeder," stelde Ankie vast.

"Nee, hij heeft nog twee grote broers. Ik zou ook best een broertje willen. Eentje zoals Joris, maar dan kleiner."

Ankie moest lachen. Joris was Ankies broer en daarom Fleurs oom, maar de eerste zes jaar van haar leven was ze met hem opgegroeid en ze miste hem soms nog, al werd de afstand tussen hen steeds groter. Niet alleen omdat ze elkaar niet meer dagelijks zagen, maar ook omdat Joris twaalf geworden was en nu naar het voortgezet onderwijs ging. Het leek alsof hij sneller ouder werd dan Fleur.

"Ga ik dit weekend weer naar oma Janieta? Joris heeft een nieuw konijn en dat wil ik zien."

"Nee, joh, je bent net geweest. We waren er toch met oud en nieuw?"

"Toen was jij er ook bij. Ik bedoelde dat ik alleen ging."

"Over twee weken, heb ik met oma afgesproken."

"Dat duurt nog zo lang! Veel te lang. Ik wil Joris' konijn zien."

"Dat kan toch? We kunnen er best een keer heenrijden. Zaterdagmiddag bijvoorbeeld. Of zondag." Hoe kwam ze nu weer bij het onderwerp dat ze eigenlijk had willen bespreken. Misschien moest ze het maar gewoon ronduit vragen. "Waarom denk je dat alle kinderen die geen pappa hebben later een nieuwe pappa krijgen?"

"Dat is toch gewoon zo? Stiefpappa heet dat. Lobke uit mijn klas heeft een stiefpappa en Sannie. Eerst hadden ze geen pappa en nu wel. Dus moeten Oeds en ik ook wel een nieuwe pappa krijgen, toch? Lobke heeft er ook een stiefbroertje bij gekregen, want die nieuwe pappa had ook een kind. Dat wil ik dus ook wel. Een broertje lijkt me nog leuker dan een pappa, want met een broertje kan je stoeien en lachen en geheimpjes hebben. Ik heb zeep in mijn ogen, mamma, het prikt!"

Ankie greep een washandje en veegde voorzichtig de zeep van haar gezicht. Daarna draaide ze haar hoofdje zo, dat het water haar ogen schoonspoelde. "Is het weg?"

"Ja," proestte ze.

"Viezerd, je maakt me nat!" lachte Ankie.

"Wanneer krijg ik een stiefbroertje, mamma?"

"Meisje, daar weet ik niets van. Die krijg je niet zomaar en een nieuwe pappa ook niet."

"We kunnen Jannes wel nemen," stelde Fleur voor. "Die heeft geen mamma en hij is heel lief."
"Kom, ik doe de kraan uit. Droog jij jezelf af? Ik moet naar de keuken."

Terwijl ze de aardappels afgoot, dacht ze na over Fleurs woorden. Natuurlijk was Jannes een lieve en leuke man zonder 'mamma', zoals Fleur zei. Ze was ook blij dat ze hem kende en bij zijn vriendengroep was gaan horen. Toch zag ze hem niet als de man met wie ze ooit een relatie zou krijgen. Sterker nog, ze was er zeker van dat ze nooit een relatie zou krijgen. Met niemand niet. Ze had het toch goed zoals het was? Waarom zou ze dat dan veranderen?

"Jannes kan toch niet." Fleur kwam in haar nachthemd de keuken in. "Hij heeft geen kind en ik wou toch een broertje? We moeten maar een andere pappa gaan zoeken."

Ankie wist niets terug te zeggen. Ze wilde Fleur niet teleurstellen, maar ook geen hoop geven. Ze trok haar naar zich toe. "Dat dacht ik al. Je hebt je oren weer niet afgedroogd. Ga je dat snel nog even doen?" Ze deed de aardappels bij de boerenkool in de pan en begon alles door elkaar te stampen. Ze voegde het spekvet toe en bracht de pan naar de kamer.

"Wij hebben een nieuwe meester op school. Misschien is die wel goed als nieuwe pappa."

"Fleur," begon Ankie, maar de telefoon ging. Ze nam op. "Ankie ter Velde."

"Hoi, Ankie, met Sietske."

"Hallo! Wat leuk je te horen. Wacht even. Ik schep gauw Fleurs bord vol, want we zouden juist gaan eten en ze moet al bijna naar bed." Ook op haar eigen bord schepte ze wat van de stamppot en ze nam snel een hap. "Ik ben er weer."

"Ik zal het kort houden, dan kunnen jullie samen eten, maar ik heb geweldig groot nieuws en ik kan niet wachten met vertellen tot je over twee weken hier komt. Ik ben zwanger."

"Wat?" Ankie keek zo verbaasd, dat Fleur vergat te eten.

"Ik ben zwanger."

"Gefeliciteerd, zeg. Meid, wat geweldig leuk voor je."

"Dank je. Ik ben begin augustus uitgeteld. Midden in de zomer."

"Is Lars er ook blij mee?"

"Ja, natuurlijk. Hij wilde het immers ook graag. Hij is net zo blij als ik."

"Echt fantastisch voor jullie. Zal ik later op de avond nog even terugbellen?" vroeg Ankie.

"Dat kan niet. We gaan zo naar mijn ouders om het grote nieuws te vertellen, maar ik wilde dat jij de eerste was. Eet smakelijk en tot gauw."

Ankie legde de hoorn neer, maar ze voelde zich opeens hopeloos verloren. In plaats van gelukkig en blij te zijn voor haar vriendin, voelde ze zich op onverklaarbare wijze intens verdrietig.

Terug