-1-

 

'Kan ik het helpen dat mijn man mij in de steek liet? Dat hij op een jong ding viel en van de ene op de andere dag verdween? Is het mijn schuld dat ik nu te weinig geld heb om rond te komen? Ik heb twee kinderen in de puberteit, die stellen eisen!’ De ogen van de vrouw werden vochtig en ze haalde theatraal een pakje zakdoekjes uit haar tas om Kyra op het gemoed te werken. Kyra maakte echter van de gelegenheid gebruik door snel langs de vrouw heen op de grote wandklok te kijken. Tien voor vier! Ze moest opschieten. Thom zou klokslag vier uur voor het bankgebouw staan waar ze werkte. Om vier uur sloot de bank, dat was normaal. Zij was echter nooit om vier uur klaar. Er lag altijd nog werk dat afgehandeld moest worden voor ze weg kon. Zij was immers de manager van dit filiaal. Maar vandaag had ze beloofd om om vier uur te stoppen en belofte maakt schuld. Bovendien was Thom een man van de klok én ze zouden iets speciaals gaan doen, dus wilde ze niet te laat komen. Hij had namelijk een prachtig huis te koop zien staan. ‘Helemaal perfect,’ had hij enthousiast gezegd toen hij haar tussen de middag belde. ‘Je móét het zien. En snel, want een perfect huis is zomaar weer weg!’ Daar had hij gelijk in. Ze waren al een poosje op huizenjacht en het was eerder gebeurd dat een huis, dat zij prachtig vond, weg was voor ze het aan Thom had kunnen laten zien. Ze konden wel zeggen dat de huizenmarkt was ingestort, maar de beste huizen vlogen toch nog steeds als warme broodjes over de toonbank. Daarbij kwam het niet vaak voor dat Thom zo enthousiast was als nu, want Thom was een pietje-precies en dus zeer kieskeurig. Daarom had ze beloofd om exact om vier uur de bank te verlaten en met hem naar het huis te gaan kijken. Ze verheugde zich erop. Het leek haar heerlijk om echt met hem samen te wonen. Ze zagen elkaar vaak en bleven ook regelmatig een nacht bij elkaar slapen, maar elke dag samen in één huis, dat leek haar werkelijk fantastisch. Haar eigen woning was daar te klein voor en zijn woning vond ze te modern en echt groot was die ook niet. Dus zochten ze samen naar iets wat wel geschikt was. Bovendien wilden ze zo langzamerhand ook weleens proberen of ze kinderen konden krijgen en dan was het ook veel prettiger om in hetzelfde huis te wonen. Kinderen ... Ze was inmiddels vierendertig en het werd dan ook de hoogste tijd om een gezin te stichten. Als het lukte, natuurlijk, want dat wist je nooit. Thom was al zevenendertig. Ze waren de jongsten niet meer op dat gebied, maar ze was, op een jeugdliefde na, niet eerder iemand tegengekomen die ze zo leuk vond. Tweeëndertig was ze toen ze hem ontmoette, en al had ze meteen het gevoel dat hij het was, ze wilde wel graag zeker weten of ze genoeg van hem hield, voordat ze aan kinderen begonnen. Nu was dat dus zo ver. Sinds een maand of drie waren ze bezig een huis te zoeken en het werd echt tijd dat ze er een vonden, bedacht ze terwijl ze inwendig glimlachte.

‘Je luistert niet eens,’ zei de vrouw verwijtend.

Kyra schrok op uit haar gedachten en keek mevrouw Rokers aan, die nu de tranen over haar wangen had stromen. Ze had gelijk. Kyra had de laatste zinnen totaal niet gehoord en wist dan ook niet waarom de vrouw nu opeens huilde. Was er nog meer aan de hand dan een man die verdwenen was? En hoezo was het niet haar schuld? Aan haar kon ook wel iets mankeren, want waarom viel die man anders opeens voor een “jong ding”?

‘Ik zei dat hij mij ook nog met schulden heeft laten zitten. Ik heb al drie aanmaningen binnen. Straks komt de deurwaarder en ben ik mijn televisie of mijn afwasmachine kwijt.’ De vrouw klonk vinnig en keek Kyra met een indringende blik aan. Kyra merkte dat haar wangen zachtjes kleurden. Het was niet gepast om zulke dingen over een cliënt te denken en het was ook niet gepast om aan haar eigen leven te denken als een cliënt haar in vertrouwen nam. Zo was ze normaal ook helemaal niet. Ze was juist erg meelevend en had altijd veel begrip voor anderen. ‘Ik zal uw bankrekening aanpassen zodat u duizend euro rood kunt staan, mevrouw Rokers,’ liet ze zich ontvallen. ‘Dan hebt u de tijd om even op adem te komen en te zien hoe u zich financieel kunt redden.’

‘Meen je dat?’ De vrouw lachte. ‘Wat geweldig. Wat fijn dat u begrip hebt voor mijn situatie.’

Kyra knikte ongeduldig, haalde een formulier tevoorschijn en vulde de gegevens van de vrouw in. ‘Als u dan hier even tekent,’ zei ze terwijl ze het formulier naar de vrouw schoof. Een stemmetje in haar achterhoofd waarschuwde haar. Dit is een stomme zet, Kyra, je weet toch wat het hoofdkantoor voor beleid heeft en je hebt geen idee hoe zij aan haar geld moet komen. Je weet helemaal niets van haar! Maar ze negeerde het stemmetje, ze kon alleen maar aan Thom denken en aan het prachtige huis dat ze zo zouden gaan bekijken. ‘U beseft hopelijk wel dat u rente moet betalen over het bedrag dat u rood staat,’ zei ze nog snel, terwijl mevrouw Rokers haar handtekening zette.

‘Ja, ja, maar dat zien we dan wel weer. Als ik eerst maar even uit de brand ben. Wanneer kan ik pinnen?’

Kyra wierp opnieuw een blik op de klok. Vijf voor vier. Als ze het formulier nu nog invoerde in de computer zou ze niet op tijd klaar zijn en ze wist dat Thom een afschuwelijke hekel had aan wachten. ‘Morgenmiddag,’ zei ze en stond op om aan te geven dat het gesprek voorbij was.

‘Dan pas? Maar ik heb nu geld nodig,’ wierp de vrouw tegen.

‘Ogenblikje.’ Kyra verliet de bezoekerskamer en zag dat Agnes geen cliënt meer had. ‘Heb jij nog even tijd om een formulier in te voeren of moet je weg?’ vroeg ze haar assistente.

Agnes lachte. ‘Prima, hoor.’

Kyra ging de bezoekerskamer weer in, waar mevrouw Rokers inmiddels opgestaan was en haar jas had aangetrokken. ‘Over een uur kunt u pinnen,’ zei ze.

‘Geweldig. U bent een schat.'

Kyra glimlachte, maar negeerde opnieuw het stemmetje in haar hoofd. Dat kan niet goed gaan, zei het stemmetje. ‘Dan wens ik u het beste en vooral veel sterkte,’ zei Kyra. Ze stak haar hand uit, die mevrouw Rokers met twee handen aannam. ‘Dank u. Sterkte heb ik wel nodig, maar met wat extra geld kan ik tenminste weer vooruit. Erg bedankt, hoor!’

Kyra keek de vrouw fronsend na, toen zij de bank verliet, maar tijd om verder na te denken had ze niet. Snel gaf ze het formulier aan Agnes, legde uit wat de bedoeling was, luisterde nauwelijks naar Agnes' commentaar en greep haar handtas. ‘Dus je controleert de kluis en het alarm voor je vertrekt?’

Agnes lachte. ‘Ja, baas, komt voor elkaar, maak je nou maar geen zorgen. Schiet op en koop dat huis!’

 

Precies om een over vier verliet Kyra de bank. Ze wachtte even tot ze hoorde dat Agnes de deur achter haar op slot deed, zodat er geen cliënten meer binnen konden komen en liep toen snel over de parkeerplaats voor het gebouw. Ze zag de auto van Thom nergens, maar dat verbaasde haar niet. Hij zou wel op de straat staan, zodat hij zo snel mogelijk weg kon rijden. Ze had het goed gedacht en glimlachte. Ze kende hem inmiddels behoorlijk, dat was duidelijk.

‘Je bent er al!’ zei ze opgewekt, terwijl ze naast hem ging zitten en zich naar hem toe boog om hem te kussen.

‘Al?’ zei Thom Bersee fronsend, maar hij beantwoordde wel haar kus.

‘Ik sta hier al tien minuten!’

Het klonk verwijtend, maar Kyra lachte. ‘Dat is je eigen schuld.’

‘En jij bent te laat.’

‘Poeh, zeg, een minuut. Als je dat al erg vindt ...’

‘Vier uur is vier uur,’ zei hij terwijl hij de motor startte en optrok.

‘Joh, wat maakt die ene minuut nu uit op een mensenleven,’ vond ze.

‘Misschien op een mensenleven niet, maar wel op de koop van een huis.’

Ze zweeg en slikte haar reactie in. Ze wist immers al jaren hoe precies hij was. Als ze daar nu iets van zou zeggen, zou hij het niet begrijpen. Ze had het vanaf het begin immers geaccepteerd. En bovendien was het geen slechte gewoonte. Het hielp haar wat meer op de klok te letten en wat nauwkeuriger te zijn, want eigenlijk was Kyra redelijk chaotisch en had ze er zelf behoorlijk moeite mee om op tijd te zijn.

‘Ik dacht dat jij de manager was van de bank.’

‘En?’

‘Het wordt tijd dat je leert delegeren,’ mopperde hij.

Kyra fronste haar wenkbrauwen. ‘Hoe bedoel je?’

‘Je werkt elke dag tot vijf, zes uur. Een goede manager zorgt ervoor dat anderen het werk doen, zodat ze zelf op tijd weg kan.’

Haar mond viel open en even wist ze niets terug te zeggen. Wat was er met hem aan de hand? Zo chagrijnig kende ze hem eigenlijk niet. ‘Een goede manager,’ zei ze, ‘voelt zich verantwoordelijk voor de zaak en dat doe ik. Daarom wil ik het liefst zelf de deur sluiten en zeker weten dat alles wat gedaan moest worden, gedaan werd.’

‘Maar je hebt Agnes toch?’

‘Agnes had een cliënt toen mevrouw Rokers binnenkwam, dus ik moest haar wel helpen. Ik kon aan haar gezicht niet zien dat ze in de problemen zat, maar toen ze eenmaal met haar verhaal begon, kon ik haar niet meer overhevelen naar Agnes. Het is ook nog eens een vertrouwenskwestie. Ik kan niet van een cliënt verlangen dat ze eerst haar hart bij mij uitstort en het daarna nog eens dunnetjes overdoet bij Agnes. Dus ...’ Ze zweeg en voelde zich opeens belachelijk. Waar was ze mee bezig? Zat ze zich te verdedigen omdat ze een minuut te laat was? Omdat ze haar werk serieus nam? ‘Waar staat het huis?’ vroeg ze om op een ander onderwerp over te stappen.

‘In Europa.’

‘Ik had niet anders verwacht.’ Ze grijnsde. ‘Maar waar precies?’

‘Malta,’ zei hij terwijl hij remde voor een verkeerslicht dat op rood sprong.

‘Wat? Was je van plan om te gaan emigreren?’ Ze schoot in de lach. ‘Dat had je dan wel even kunnen bespreken.’

Hij zuchtte diep en het was zo’n zucht waarmee hij haar het gevoel gaf dat ze dom bezig was. Er moest iets met hem aan de hand zijn, want zo onaardig was hij zelden. ‘Is er iets?’

‘Wat zou er zijn?’ retourneerde hij de vraag.

‘Dat weet ik dus niet, maar je doet behoorlijk onaardig. We gaan naar een huis kijken om samen in te wonen, maar als je zo doet, wil ik helemaal niet met jou in één huis wonen.’

Even wierp hij een blik op haar gezicht, toen keek hij weer voor zich. Hij trok op, omdat het licht op groen gesprongen was. ‘Malta is een straatnaam in die nieuwbouwwijk die ze Europa hebben genoemd en waar elke straat de naam van een lid van de Europese Unie heeft.’

‘Pfff,’ zuchtte ze overdreven. ‘Wat een opluchting. Ik dacht toch echt even dat je Nederland uit wilde.’

‘Dat wil ik soms ook graag.’

‘O?’

‘Ja! Al die regels waaraan je hier moet voldoen. Het is soms echt niet normaal. Vandaag kregen we geheel onverwachts bezoek van een controleur van de belastingdienst. Wilde alle boeken nakijken en uitpluizen en ...’

Dus dat was er aan de hand, dacht Kyra opgelucht. Hij had vervelend bezoek gehad. Het lag niet aan die ene minuut die zij te laat was. Het lag aan de belastingdienst. Dat kon ze begrijpen, want die konden net zo lang in je cijfers zitten zoeken tot ze een fout gevonden hadden. En het was ook zo, dat je je het gemakkelijkst afreageerde op iemand van wie je hield. Tegen die controleur was hij natuurlijk een en al beleefdheid geweest en nu was Kyra het slachtoffer van zijn opgekropte boosheid. Ze glimlachte. Dat slachtoffer was ze graag, nu ze wist dat ze zelf niet de reden van die boosheid was. Gerustgesteld gingen haar gedachten nu naar Malta. Europa? Nieuwbouwwijk? Ze fronste haar wenkbrauwen. Had hij echt nieuwbouwwijk gezegd? Ze opende haar mond om het hem te vragen, maar sloot hem meteen weer. Dit kon ze niet maken. Thom was nog steeds bezig zijn boze hart te luchten en vertelde mopperend wat die belastinginspecteur allemaal gevonden had. Ze had meer dan de helft niet gehoord, maar gelukkig had hij dat niet gemerkt.

‘Belachelijk, toch?’ vroeg hij nu gepikeerd. ‘Alsof ik zoiets zou doen. Het zou niet in me opkomen!’ riep hij verontwaardigd uit.

Kyra glimlachte hem bemoedigend toe. Ze wist helaas niet wat er niet in hem op zou komen, maar vragen deed ze het ook niet. Ze kende hem goed genoeg om te weten dat hij haar ’s avonds het hele verhaal nog eens zou vertellen en dan voorzien van alle details, die hij nu zeker weten wegliet, vanwege tijdgebrek.

‘Wanneer kwam die man eigenlijk?’ vroeg ze echter wel.

‘Vandaag toch!’

‘Ja, maar tussen de middag belde je mij op vanwege dat huis. Toen klonk je nog zo vrolijk.’

‘Toen dacht ik nog dat hij wel verdwijnen zou. Hij was er al om negen uur. Ik had net de makelaar gebeld voor een afspraak, omdat ik dat huis vanochtend in de krant had zien staan en toen stond die kerel voor mijn bureau. Om precies halfeen vertrok hij, dus belde ik jou. Kon ik weten dat hij om precies een uur weer terugkwam. Hij had lunchpauze genomen en buiten een wandeling gemaakt. Toen ik om halfvier wilde vertrekken, keek hij me vreemd aan. Hij was nog lang niet klaar. Jammer dan. Ik had een afspraak! En die had hij ook moeten maken!’

Ze greep zich beet aan het handvat van het portier, omdat hij veel te schuin en te hard door de bocht reed en zag het volgende moment een hele serie splinternieuwe woningen uit het landschap oprijzen. Dus inderdaad: een nieuwbouwwijk!

‘Stop!’ riep ze dwingend.

‘Hoezo?’ Hij keek haar totaal verward aan. ‘Wat bedoel je?’

‘Je moet stoppen. Zet de auto aan de kant van de weg.’

‘Helemaal niet. De makelaar wacht op ons.’

‘Ik wil dat je stopt!’

Hij keek haar onzeker aan, zag dat ze het meende en trapte op de rem. Voorzichtig reed hij met een wiel de weg af, de berm in en hield daar stil. ‘Wat is er?’

‘Gaan we naar een nieuwbouwwijk?’ vroeg ze.

‘Dat zei ik toch! Europa heet die wijk.’

‘Je weet heel goed hoe ik over nieuwbouwhuizen denk.’

‘Inderdaad, maar als je dit huis gezien hebt, zet je al je tegenwerpingen overboord.’

Hij pakte de versnellingspook beet om weer weg te rijden.

‘Wacht nog even,’ zei ze rustig.

Hij keek haar onderzoekend aan.

‘Je bent boos op die belastingambtenaar. Dat reageer je af op mij. Prima! Maar niet op de makelaar. Dus stap even uit, loop een rondje om de auto, haal diep adem en kom dan terug.’

Hij keek haar fronsend aan. ‘Ben je gek of zo?’

Ze zei niets terug, keek hem alleen maar aan.

Hij zuchtte, haalde zijn schouders op en stapte uit.

Ze grinnikte. Ze had niet verwacht dat hij uit zou stappen. Ze volgde hem met haar blik tot hij achter de auto verdween, draaide haar hoofd naar rechts in de verwachting hem zo naast haar te zien, maar hij kwam niet. Ze maakte haar riem los en draaide zich om. Hij stond achter de auto stil. Wat nou? Moest ze ook uitstappen? Net toen ze haar hand naar de deurknop uitstak, verscheen hij weer in beeld. Hij opende zijn eigen portier en stapte in. Hij glimlachte naar haar. ‘Sorry. Je had volkomen gelijk. Het spijt me dat ik mijn agressie op jou afreageerde. Jij kunt er niets aan doen dat die man zo onverwachts op kantoor stond en ook niet dat hij een foutje ontdekte, dat volgens hem een leuke boete op gaat leveren.’

Ze lachte naar hem, legde haar hand op zijn arm en boog zich naar hem toe. ‘Je bent lief,’ zei ze en kuste hem.

‘Soms,’ gaf hij eerlijk toe. Hij startte de auto en reed verder. ‘Ik weet dat je liefst een oud pand bewoont, maar als je dit ziet ...’

Kyra zei niets. Ze kon zich niet voorstellen dat een nieuw huis haar kon bekoren en diep van binnen viel het haar ook van hem tegen dat hij haar meenam naar een nieuw huis. Als het nu nog in een oude wijk had gestaan, maar nee, de hele wijk was splinternieuw. Er stonden nog niet eens bomen. Slechts een enkele tuin had struiken en planten, de meeste tuinen bestonden nog uit zwarte aarde. Het zou jaren duren voor het er hier een beetje levendig uitzag. Ze begreep niet dat hij dat aantrekkelijk vond, maar ze zweeg. Eerst maar eens zien om welk huis het ging.

‘Hier moet het ongeveer zijn,’ zei hij en tuurde op de straatnaambordjes. ‘Ja, dit is de Malta.’ Hij sloeg af en keek nu naar de huisnummers. ‘Het is nummer 23.’

‘Daar,’ zei ze en wees naar een vrijstaande villa.

Hij remde af en parkeerde naast de stoeprand. Hij lachte. ‘Het is nog mooier dan op internet.’

‘Internet? Je had het toch in de krant zien staan.’

‘Dat wel, maar er stond een internetadres bij en daar kon je het huis van alle kanten bekijken. Zelfs aan de binnenkant. Het is ontzettend ruim. Grote kamers, grote keuken en een heel ruime badkamer. Kyra, je moet het wel mooi vinden. Kom, we gaan kijken. Ik geloof dat de makelaar er al is.’

Er kwam inderdaad meteen een man op hen af met uitgestoken hand. ‘Meneer en mevrouw Bersee?’ vroeg hij stralend. ‘Ik ben de makelaar.’

Kyra glimlachte. Nee, mevrouw Bersee was ze voorlopig nog niet en als het aan haar lag – en dat lag het – dan zou ze ook nooit zo gaan heten. Zelfs als ze zouden trouwen, dan nog zou ze haar eigen naam aanhouden. Ze heette nu al vierendertig jaar Kyra Holt en dat wilde ze zo laten ook. Maar dat hoefde hij niet te weten. Ze schudde vriendelijk zijn hand en liep vervolgens achter de beide mannen aan.

Bij de voordeur zocht de makelaar naar de juiste sleutel. Kyra maakte van de gelegenheid gebruik om nog eens rond te kijken. In de hele straat was nog geen plant, struik of boom te bekennen. Kaal, onnatuurlijk en vooral ongezellig. Binnen zou het er vast en zeker net zo uitzien.

De makelaar opende de voordeur met een weids gebaar en Thom maakte al net zo’n gebaar naar haar. Dus stapte ze als eerste naar binnen, de grote hal in, waar de glanzende marmeren vloer haar meteen verblindde. Ze wist het bij de eerste stap, maar hoe zei ze dat tegen Thom? Hier ging ze in elk geval níét wonen.

‘Mooi, zeg,’ zei Thom enthousiast. ‘Echt prachtig, dat marmer op de vloer.’

De makelaar glimlachte opgewekt en ging hen voor naar de huiskamer, die inderdaad ontzettend groot was.

‘We kunnen hier wel een dansschool beginnen,’ liet Kyra zich ontvallen.

Maar Thom reageerde niet. Die liep alleen maar vol enthousiasme van de ene naar de andere hoek, wierp een blik door de grote schuifpui aan de achterkant van de kamer de tuin in en voelde aan de buitendeur, die naar een aangebouwde schuur bleek te leiden.

‘U hebt wel gezien dat er ook een garage aan het huis vastzit? Deze schuur is alleen voor tuingereedschappen en zo. Groter lijkt me niet nodig, gezien de afmetingen van de garage.’

Thom knikte en liep de huiskamer weer in, terug naar de hal, waar hij de trap beklom. Kyra liep er traag achteraan. Ze begreep niet wat ze hier deden. Thom wist toch dat ze niet van nieuwe huizen hield. Die hadden geen sfeer. Althans niet zoals een oud huis dat had. Ze had hem dat al zo vaak uitgelegd en dan knikte hij begrijpend, maar blijkbaar had hij het toch niet voldoende begrepen.

Boven waren vier ruime slaapkamers en inderdaad een erg ruime badkamer, voorzien van een ligbad en een luxe douchecabine. ‘Dit is een stoomcabine,’ vertelde de makelaar. ‘Net een minisauna. Daar zult u zeker van genieten.’

‘Ik begrijp iets niet,’ zei Kyra. ‘Dit huis is nog nooit bewoond geweest. Hoe komt het dan dat er al een stoomcabine in zit? Zoiets wordt toch nooit bij de bouw meteen al geplaatst?’

‘Dat klopt helemaal, maar dit huis was al verkocht. En de eigenaars hebben de kleuren van de badkamertegels en de stoomcabine uitgekozen. Het is alleen erg triest, want de man is laatst verongelukt en de vrouw wil hier niet in haar eentje wonen en dus staat het te koop.’

Er bleek nog een verdieping boven te zitten, waar gemakkelijk twee kamers gebouwd konden worden en dan nog zou er volop bergruimte overblijven.

‘Wat lijkt het me geweldig om hier een biljart neer te zetten,’ riep Thom uit. ‘Ik vind het echt een schitterend huis.'

Ik niet, dacht Kyra zuchtend. Dat zou nog gezellig worden vanavond, want Thom had voorgesteld dat ze aansluitend ergens zouden gaan eten. Ze zag hun etentje al heerlijk in de soep lopen, zelfs als ze dat niet als voorgerecht zouden kiezen! Ze moest in stilte lachen om haar eigen gedachten, maar ze schrok op toen ze Thoms woorden hoorde. Een optie? Wilde hij een optie op het huis nemen? Omdat hij het risico niet wilde lopen dat het straks weg was. Hoezo straks? Ach ja, als hij haar er tijdens het etentje van overtuigd had dat ze het ook mooi vond. Ze schudde zachtjes haar hoofd. Lieve schat, dat gaat je echt niet lukken! Ik ga hier niet wonen.

Terug