terug*

 

-1-

 

"Hé, hoe ver ben jij?"

Louise Vellenga keek verrast op. De vraag klonk anders dan ze gewend was. Meestal lag de klemtoon op ver, maar nu lag die op jij. Ze zag al snel hoe het kwam. De vrouw aan de andere kant van de toonbank had minstens net zo'n dikke buik als zij. Vreemd, dat ze dat niet eerder gezien had. Ze zag haar toch ongeveer dagelijks.

Het was alsof de vrouw haar gedachten lezen kon. "Ja, het wordt opeens erg zichtbaar, hè? Ik ben over zes weken uitgeteld. Nog twee weken werken en dan begint mijn zwangerschapsverlof."

"Dat is grappig," zei Louise opgewekt. "Ik ook!"

"Leuk! Zijn we even ver. Alles goed?"

"Met mij wel. Prima zelfs!" Louise keek naar de vrouw met wie ze nooit echt gesproken had. Ze realiseerde zich dat ze haar nog nooit goed bekeken had en dat ze nog steeds een vreemde voor haar was. Ze was dan ook niet van plan om meer dan 'prima' te zeggen. Dat ze haar emoties de laatste tijd niet goed meer in de hand had, ging anderen niets aan. Het beangstigde haar, maar dat zou ze niet laten merken.

Op het naambordje op haar schort stond 'Mascha'. Ze was zeker tien jaar jonger dan Louise. Haar haar hing in vettige sliertjes voor haar voorhoofd, maar dat was misschien niet gek als je uren achter elkaar met je hoofd boven een frituurpan stond. Haar lach was aanstekelijk en dat maakte haar aantrekkelijk en prettig om naar te kijken.

"Is het ook je eerste?" vroeg Louise om toch maar iets te vragen. Ze vond het moeilijk om vertrouwelijk met mensen om te gaan.

"Nee, de derde!" zei Mascha stralend.

"De derde?" Louise keek haar geschokt aan. "Je bent nog zo jong!"

"Hebben de kinderen toch een jonge moeder. Dat leek me leuk voor hen!"

"Zeg, kunnen jullie je bakerpraatjes niet ergens anders houden?" baste een mannenstem.

Louise keek geschrokken om en zag dat de rij achter haar behoorlijk gegroeid was. Mascha lachte. "Jaloers?" zei ze tegen de man, maar ze keek Louise vragend aan.

"Geef maar zo'n broodje." Louise wees gehaast naar een broodje met kaas en rauwkost. "En een glas melk."

"Mooi zo, lekker gezond. Dat is alleen maar goed voor de baby," zei Mascha.

"Daarom ben ik dus niet jaloers," baste de man achter Louise. "Geef mij maar een lekker vette hap. Doe maar een bord patat met twee kroketten."

Mascha knipoogde naar Louise. "En mayonaise zeker?"

"Natuurlijk," zei de man.

Mascha lachte hartelijk. "Weet je, straks bent u wel jaloers, want dan zijn wij onze buik in een klap kwijt en bij u duurt dat jaren, als het ooit nog lukt."

"Zeg, dame!" bromde de man, maar Mascha draaide zich snel om en maakte zijn bestelling klaar.

Louise liep glimlachend door naar de kassa en betaalde haar broodje en melk. Daarna liep ze met haar dienblad de kantine in en keek zoekend om zich heen naar een lege tafel. Op haar hooggehakte schoenen liep ze naar een tafeltje in de hoek. Zonder om te kijken wist ze opeens dat Mascha haar nakeek en haar hoofd schudde om de hoge hakken en ergens had ze gelijk. Het was niet gezond om nog op zulke hoge hakken te lopen als je 34 weken zwanger was, maar ze hield ervan er goed en verzorgd uit te zien. Louise hield van klasse en stijl, van keurige mantelpakjes tot net boven de knie en schoenen met een hoge hak. Dat stond! Dat hoorde bij een directiesecretaresse! Zo voelde ze zich op haar gemak! Al wist ze dat ze straks, als ze weer achter haar bureau zat, de schoenen meteen uit zou trappen in de hoop dat haar chef haar niet meer nodig had die middag, want het werd steeds moeilijker om ze weer aan te krijgen met voeten die in de loop van de dag dikker en dikker werden. Ze was blij dat ze zwanger was, maar het viel haar toch wel zwaar en ze vond zichzelf lelijk en veel te dik.

Ze keek om naar de toonbank en zag hoe Mascha vrolijk de mensen bediende die in de lunchpauze even iets in de bedrijfskantine kwamen eten. Ze lachte en maakte grapjes en leek zich erg op haar gemak te voelen. Ze streek zelfs liefkozend over haar buik, toen er blijkbaar iets van gezegd werd. Het was duidelijk dat Mascha zichzelf niet lelijk dik vond. Haar blijdschap om haar zwangerschap stond met grote letters op haar gezicht geschreven. Vreemd eigenlijk dat Louise haar nooit eerder bekeken had of dat ze nooit eerder in gesprek geraakt waren.

"Is deze plaats nog vrij of zit je liever alleen?"

"Oh, Aaltje, ga zitten."

"Je keek anders alsof je er niemand bij wilde hebben."

"Ik zat te denken."

Aaltje ging tegenover haar zitten en wierp een blik op het broodje met rauwkost. "Is dat alles wat je vandaag eet?"

"Natuurlijk niet. Ik zorg heus wel goed voor mezelf. Ik heb ontbeten en vanavond eet ik ook, hoor. Wat denk jij nou wel?"

"Dat je er alles aan doet om slank te blijven," zei Aaltje.

"Is dat zo gek? Als je jezelf niet verzorgt, loop je er binnen de kortste keren als een slons bij."

"Maar je moet eten voor twee! Je kindje heeft ook voeding nodig."

"Maak je maar niet ongerust, de verloskundige is heel tevreden," zei Louise kortaangebonden.

"Sorry, ik wist niet dat je kwaad werd. Ik bedoelde het alleen maar goed."

"Zoals iedereen, maar ik maak zelf wel uit wat ik doe en eet."

"Sjonge!" Aaltje keek haar verbaasd aan. "Dat had ik echt niet van jou verwacht. Dat je zomaar uit je slof kunt schieten. Zo ken ik je niet."

"Ken je me dan? Wat weet jij nou van mij?"

"Dat je er altijd keurig netjes bij loopt en je ook zo gedraagt. Meer weet ik niet, dat klopt, maar afsnauwen, dat deed je nooit." Aaltje lachte. "Het zal wel door de hormonen komen. Dat krijg je soms. Ik neem het je niet kwalijk."

Louise keek haar vrij fel aan. "Er valt toch ook niets kwalijk te nemen. Je moet je met je eigen zaken bemoeien."

"Ho zeg, met een goedbedoeld advies kan je ook anders omgaan."

Louise zei niets meer. Ze wist dat Aaltje gelijk had. Ze had zichzelf niet goed onder controle de laatste tijd. Ze probeerde tot tien te tellen voor ze weer iets zei, omdat ze vermoedde dat ze nog feller uit zou vallen als ze meteen wat zeggen zou. Ze zette haar vork in het broodje en sneed er een stukje af.

"Dat snap ik ook niet aan jou," ging Aaltje meedogenloos door. "Zo'n heerlijk vers, knapperig broodje, daar moet je toch je tanden in zetten! Zoiets eet je niet met mes en vork!"

"Ik wel," zei Louise. "Ik weet tenminste gewoon hoe het hoort en je eet niet met je vingers in het openbaar."

"Poeh! Sommige dingen echt wel, maar weet je…" Ze boog zich naar voren zodat niet iedereen het kon horen. "Ik vind het eigenlijk heel leuk dat jij ook eens chagrijnig kunt worden. Je bent toch een echt mens."

Louise keek haar verward aan. Wat was dat nou voor een opmerking? Natuurlijk was ze een echt mens. "Waar slaat dat op?" vroeg ze geïrriteerd, maar kon het puntje wel van haar tong afbijten. Zo'n vraag vroeg om een vervelend antwoord.

"Omdat je altijd beleefd en vriendelijk blijft. Altijd. Of de chef nou boos op je is om een fout die hij zelf gemaakt heeft, of je moet overwerken terwijl je kaartjes voor de schouwburg hebt. Altijd blijf je beleefd en vriendelijk. Koel, eigenlijk. Ja, koel en zakelijk, alsof je geen emoties kent."

Louises mond viel open. "Denk je zo over mij?"

"Zo kom je over," zei Aaltje kalm.

Louise zweeg. Wat moest ze terugzeggen? Ze vond het haar taak keurig en beleefd te zijn. Ook als de chef er naast zat. Ook als ze niet naar huis kon, al zat Eise op haar te wachten. Ze was directiesecretaresse en ze was een goeie. Daar was ze trots op. Daar had ze hard voor gewerkt en erg haar best voor gedaan. Ze had bereikt wat ze wilde. Ze was op de top van haar kunnen. Even gleed er een vage glimlach over haar gezicht. Nu dus de volgende uitdaging: het moederschap. Kon ze dat ook aan? En viel het te combineren met haar werk? Ze stopte het laatste stukje brood in haar mond, spoelde het weg met de melk en stond op. Oef, die schoenen zaten toch echt wat te strak. Ze streek haar rok glad, keek nog even naar Aaltje, maar zei niets meer. Dan maar koel en zakelijk en zonder emoties. Ze liep weg. Rechte rug, borsten en buik vooruit. Zij had haar doel bereikt. Dat kon Aaltje vast nog lang niet zeggen!

 

Koel en zakelijk. De woorden echoden nog na. Afstandelijk dus. Een kouwe kikker. Zij, Louise. Zagen de mensen haar zo? Hoe kon Aaltje dat zeggen? Ze kenden elkaar al jaren! Nou ja, kenden... Louise moest toegeven dat ze Aaltje ook niet verder kende dan de voordeur van het productiebedrijf in Drachten waar ze werkten, maar koel en zakelijk... Zakelijk was goed. Dat hoorde bij een directiesecretaresse. Ze had ook altijd naar perfectie gestreefd en dan moest je zakelijk zijn, soms zelfs hard, maar koel? Zonder emoties? Aaltje moest eens weten. Ze zat de laatste tijd zelfs vol emoties. Zo vol dat ze er niet mee uit de voeten kon en zelfs net uitgeschoten was tegen Aaltje. Tot nu toe had ze zich nog kunnen inhouden op haar werk en was alleen Eise de dupe van haar rare buien, maar nu was ze dus op haar werk ook al uitgevallen.

Koel. Afstandelijk. Een kouwe kikker. Goed, die laatste woorden had Aaltje niet gebruikt, maar daar kwamen ze wel op neer. Had ze echt gelijk? Perfectionisme en zakelijkheid waren toch juist de voorwaarden om een goede secretaresse te zijn. Nuchter, verstandelijk.

Ze keek naar haar computer, maar ze wist dat ze zich niet kon concentreren op de brief die ze voor de chef schrijven moest. Ze zuchtte en dacht aan het kindje in haar buik. De volgende stap in haar leven. Ze had zelf tegen Eise gezegd dat ze eraan toe was om moeder te worden. Ze had alles bereikt wat ze wilde bereiken. Een mooi, duur huis, allebei een auto, voldoende spaargeld op de bank, een baan waar ze van hield. Dus werd het tijd dat ze moeder werd. Eise vond het fantastisch en ze stopte met de pil, maar het duurde nog een jaar voor ze zwanger werd en eigenlijk had ze die tijd niet, want inmiddels was ze 35 en dat was toch redelijk oud voor een eerste kind. Maar ondanks dat ze het zelf wilde, kon het haar zo beangstigen. Kon ze als moeder wel net zo perfectionistisch zijn als op haar werk? Was ze daartoe wel in staat? Koel… zonder emoties… Ze voelde zich verward en het vreemde was dat ze zin had om te huilen en huilen had ze haar hele leven nog niet gedaan. Het moesten de hormonen zijn die haar parten speelden!

Ze schrok op, omdat er op de deur geklopt werd. Nog voor ze iets kon zeggen, ging die open. "Hoi, zit je hier? Mag ik even binnenkomen?" Mascha keek om het hoekje van de deur.

"Hé, wat kom jij doen?" vroeg Louise verrast. Nog nooit met elkaar gesproken en nu kwam ze zelfs bij haar langs op haar kamer! Ze knipperde met haar ogen, zodat Mascha niet zou zien hoe in de war ze net nog was.

De jonge vrouw kwam aarzelend binnen. Ze had haar jasschort uit en droeg nu een vrolijk gekleurde blouse op een knalrode broek. Kleren die Louise nooit uit zou kiezen, maar ze stonden haar. "Ik vroeg me af…" Mascha keek Louise aan. Het was duidelijk dat ze zich niet op haar gemak voelde. In de kantine had ze grapjes en durfde ze haar mond wel open te doen, maar dit was ander terrein.

"Ga even zitten," zei Louise in een poging haar op haar gemak te stellen. Het werkte en Mascha lachte weer. "Misschien vind je mijn vraag wel raar, maar omdat we tegelijk uitgeteld zijn, dacht ik…"

"Wat is er nou?" vroeg Louise te kortaangebonden. Ze zag het aan de reactie op Mascha's gezicht.

"Sorry, wat last van mijn buik," zei ze snel.

"Dat kan, hè?" Mascha keek alweer vrolijk. "Mijn kindje is zo druk. Het beweegt bijna de hele dag. Heerlijk vind ik dat! Ik kan daar zo van genieten. Het is misschien de laatste keer dat ik zwanger ben, dus ik bof maar dat het een druk kindje is en ik het extra goed voel deze keer."

"Vind je drie genoeg?" vroeg Louise, maar ze schrok van de persoonlijk vraag. Zo was ze anders niet. Aaltje had gelijk, ze was koel, zakelijk, afstandelijk.

Mascha vond het echter een normale vraag. "Ik dacht het wel. Het is best druk. Twee kinderen is al druk, dus drie moet nog drukker zijn, maar Johan en ik wilden allebei heel graag nog een kindje."

Louise knikte. Ze vond dat dit informatie was die haar niets aanging. "Wat kwam je vragen?"

"O ja. Ga jij trakteren als je met zwangerschapsverlof gaat? Mijn collega's vinden dat ik dat moet doen, maar zelf dacht ik van niet. Ik kom toch gewoon weer terug na het verlof. Ik was benieuwd wat jij van plan was."

"Ik ben het met jou eens. Ik kom ook weer terug. Ik trakteer wel als ze op kraamvisite komen."

"Dat is een goed antwoord," zei Mascha verheugd. "Dat zal ik ook zeggen als ze er weer naar vragen. Ze komen maar naar de baby kijken. Bedankt voor je tip! Verheug jij je ook zo op je zwangerschapsverlof?"

"Verheugen?" Louise keek haar aan alsof het een vies woord was. "In tegendeel! Ik zie er als een berg tegenop. Wat moet ik alle dagen doen als ik niet naar mijn werk hoef?"

"De kinderkamer klaar maken, het huis eens een goede beurt geven, nog wat kleertjes breien of naaien."

"Mijn huis heeft geen beurt nodig en de kinderkamer is al maanden klaar."

"O? Tja, jij hebt nog geen kinderen, dan gaat het gemakkelijker natuurlijk, maar ik verheug me op mijn vrije weken.

"Waarom werk je dan?" Lieve help, hou toch op met vragen stellen, Louise. Waar slaat dit op?

"Omdat het ook leuk is om andere mensen te ontmoeten en om andere dingen te doen te hebben. Alle dagen alleen maar met de kinderen, dat is toch niets voor mij. Ik hou ervan mensen te zien en dat kan hier volop!" Mascha straalde.

"Maar hoe doe je dat dan met de kinderen?" Louise wist niet wat haar overkwam. Alweer zo'n persoonlijke vraag. Ze keek naar de jonge vrouw tegenover zich en opeens begreep ze het. Mascha had zoiets ontwapenends over zich, dat ze vergat haar harnas van zakelijkheid aan te trekken.

Harnas… Ze slikte even bij het woord. Had ze echt een harnas aan?

"Ik heb schatten van ouders," zei Mascha opgewekt. "Ze passen alle dagen op. Ik werk halve dagen, dus ik was net eigenlijk op weg naar huis, tot ik bedacht dat ik het jou wel vragen kon van dat trakteren, maar mijn ouders staan elke morgen bij me op de stoep. Mijn vader is afgekeurd. Dat is niet leuk, maar het voordeel is dat hij nu wel enorm van zijn kleinkinderen kan genieten en dat doet hij ook. Meer dan van zijn eigen kinderen, want toen werkte hij nog wel. Hij wandelt graag met hen. Hij is knettergek op zijn kleinkinderen. Mijn moeder ook, maar ik vind het altijd extra leuk om te zien hoe zo'n grote man met die kleine kinderen omgaat."

Louise had het gevoel alsof een koude hand haar keel dichtkneep. Ze hapte naar adem, maar kreeg geen lucht. Ze trok wit weg en keek Mascha zo strak aan, dat de jonge vrouw overeind kwam. "Hé, heb ik wat verkeerds gezegd? Wat is er met je? Gaat het niet goed? Moet ik een dokter bellen?" Ze rende om het bureau heen en pakte Louise beet. "Wat is er? Zeg wat!"

Louise schrok ervan dat ze beet gepakt werd en schudde verward haar hoofd. "Ga weg," zei ze onaardig. "Laat me met rust."

"Nou zeg, ik wil toch alleen maar helpen!"

"Ga weg!" was alles wat Louise nog zei.

Mascha wist niet wat ze moest doen. Ze voelde zich afschuwelijk. Was het haar schuld dat Louise opeens zo grauw zag. Snel greep ze een memoblokje en een pen. "Dit is mijn telefoonnummer," zei ze. "Als je ooit zin hebt tijdens je verlof eens met mij te praten of koffie te drinken, dan bel je maar!" Daarna verliet ze snel de kamer.                         terug*