Terug
|
Bijzonder
Een van mij slechte gewoontes is dat ik
te laat kom. Zelfs als ik uren de tijd heb, kom ik nog (bijna) te laat. Dus
houd ik mezelf tegenwoordig voor de gek en zeg ik dat ik een kwartier
eerder vertrekken moet dan nodig is. Dat lukt redelijk. Ook dan ben ik te
laat, maar toch eigenlijk nog net te vroeg.
Vanmorgen moest ik naar Leeuwarden voor
iets zakelijks en omdat ik daar ook een goede kennis heb wonen, dacht ik
dat te combineren. Maar mooi dat haar straat niet in het
100.000-stratenboek te vinden was. Ja, vakje F6d of zoiets, maar de straat?
Nee dus. Tijd genoeg om nog even op internet te zoeken. Dacht ik. Ik ga
online en krijg de routeplanner in beeld, tik het adres in en tegelijk komt
er een e-mail binnen. Die is zo groot dat mijn computer op tilt slaat. Na
twintig minuten is de dikke mail door mijn telefoonlijntje geperst en ben
ik vijf minuten te laat om een kwartier te vroeg te vertrekken. Snel de
computer uit, jas aan, auto in. Prima, lekker rustig op de weg en naast mij
een routebeschrijving van het bedrijf waar ik zijn moet. Afslag Harlingen,
dan eerste verkeerslicht rechts. Ik ben ontzettend te vroeg. Heerlijk! Maar
het eerste verkeerslicht komt niet en dus zie ik Leeuwarden steeds verder
weg van mij vandaan liggen. Ik weet achteraf dat ik die rotonde had moeten
nemen. De routebeschrijving liep duidelijk achter. Via een omweg van
vijftien kilometer kom ik Leeuwarden weer binnen. Parkeren kon alleen op
vijf minuten loopafstand, stond er. Dat haal ik niet. De aangegeven
parkeerplaats vind ik trouwens ook niet. Maar precies voor de deur is een
plaatsje vrij. Dat is boffen! Exact een minuut te vroeg loop ik het gebouw
binnen. Waar het gesprek veel langer duurt dan ik verwachtte en ik dus te
laat bij mijn kennis kom, die ik ook nog niet eens precies weet te vinden.
Ik parkeer midden in de stad en denk te gaan lopen, maar ik heb geen
kleingeld voor de parkeermeter en welke kant moet ik op? Er komt een auto
aan, er stapt een man uit. Ik vertel hem dat ik de weg kwijt ben, noem de
straatnaam. ‘Dat is lopend niet doen. Rijd maar achter mij aan.’ Hij stapt
weer in. Zo is mijn kleingeldprobleem opgelost én ik hoef niet te zoeken!
Na tien minuten stopt hij en wijst een parkeerplaats aan. ‘Neem deze maar,
want een andere zul je niet vinden. De straat is daar.’ Weg is de Fries. Ik
parkeer blij. Kom weliswaar te laat, maar het wordt een heerlijk bezoek met
onverwachte lunch. Als ik later terugloop naar de auto, zie ik een bord:
“Betaald parkeren.” Ik was zo blij dat ik bij de straat was aangekomen, dat
ik nergens op had gelet! Ik durf haast niet om de auto heen te lopen, maar
nee: geen bekeuring onder de ruitenwisser!
Zo veel ging mis en zo veel geluk. Wat
een bijzondere dag!
6 november 2008
Terug
|
|