Geschrokken
Slapen doe ik altijd
als een roos en vragen als 'Had jij ook zo'n last van het onweer vannacht?'
of 'Wat een storm, hè?' beantwoord ik verbaasd met 'O ja?'. Wat mij betreft
kan de wereld 's nachts vergaan, maar ze moeten van mijn huisje afblijven!
Zeventien jaar woon
ik hier nu. Ik ken de geluiden van mijn huisje. Ik weet dat er dieren in
het rieten dak en op zolder wonen. Ik zie ze niet, maar hoor ze vaak. Van
die geluiden word ik niet meer wakker. Vanochtend echter leek het alsof er
iets van de muur viel. Wakker dus. Klaarwakker en met een hart dat sneller
klopte. Er kunnen dingen vanzelf vallen, maar viel het ook vanzelf?
Onbeweeglijk, maar met spiedende ogen, lag ik in bed. Alles hing nog aan de
muren. Verder doodse stilte. Geen inbreker dus, gewoon spontaan naar
beneden geknetterd. Gerustgesteld viel ik weer in slaap om een uurtje later
opnieuw wakker te worden, maar toen omdat ik uitgeslapen was.
Toch nog wat duffig
liep ik nietsvermoedend de badkamer in. Mijn hart klopt nóg in mijn keel.
Maar niet alleen het mijne. De arme spreeuw schrok harder dan ik en vloog
wild alle kanten op, botsend van badkamermuur tegen badkamermuur.
Ik vloog naar de
voordeur, zette die wijd open en de spreeuw maakte daar dankbaar gebruik
van door de badkamer uit te vliegen, mijn slaapkamer in. Dat werd niks. Dus
snel alle andere deuren in huis dicht. Nu kon hij alleen nog door de gang
naar de voordeur vliegen, maar ja, dát begreep hij niet.
Slaapkamerraampje
open. Blijkbaar voelde hij de frisse wind en rook hij het buiten. Hij vloog
op en knalde tegen het dichte slaapkamerraampje aan. Tja, ik heb er twee,
waarvan er een niet open kon.
Hij kwam wankelend
in een hoekje terecht, waar ik er onmogelijk bij kon. Ik zag zijn hartje
kloppen en was verbaasd dat hij het tot zover overleefd had. Als ik al
bijna een hartaanval kreeg van dat kleine beestje, wat moest er dan nog van
zijn hart over zijn bij het zien van mij!
Wat nu? Maar juist
toen ik besloot toch de tafel weg te trekken in een poging hem daarna te
pakken, vloog hij op, botste tegen de onderkant van de tafel en verdween
vervolgens met een sierlijke boog naar buiten, opgelucht de lucht in.
In de badkamer viel
de 'schade' mee. Eén vieze, witte klodder op de spiegel en op de vloer een
ventilatieroostertje. In het plafond dus een gat, van dat roostertje. Een
gat dat op zolder uitkwam.
Terwijl ik dit
schrijf, hoor ik weer het vertrouwde gerommel boven mijn hoofd en ik weet
nu dat daar een spreeuw nestelt. Zo geschrokken was hij dus niet, dat hij
weer terugkwam. Dat zie ik als een compliment. Want hij zag me op mijn
slechtst, duffe kop, verwarde haren, slaap in de ogen en toch was ik voor
hem geen vogelverschrikker. En als iemand deskundig is op dat gebied, is
het de spreeuw wel, nietwaar?
25 maart 2007
Terug
|