Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Grondig

Als een dief in de nacht sluip ik door mijn eigen huis. Schone handdoek en washandje vind ik in de ene kamer, ochtendjas in een andere. In de keuken hangt een handdoek over de radiator. De tegels voor het aanrecht zijn koud aan blote voeten. Ik leg er de warme handdoek neer. Kleed me uit en was me bij de gootsteen. Mijn blik valt op gebruikte koffiekopjes en de rest die ik vergeten ben af te wassen. Daarnaast een beker met tandenborstel en tandpasta. Het is een rare plek om me te wassen. Het water is heet, maar rug en armen voelen koud. Ik verlang naar een heerlijke douche, maar dat gaat niet! Trek mijn nachtkleding en ochtendjas aan, ruim de handdoeken op, zoek de wasmand voor de was en ga naar bed.

's Morgens idem dito. Naar de keuken, slaap uit de ogen wassen om wakker te worden. Maar er hangt geen spiegel, geen idee dus hoe ik eruitzie, hoe mijn haren zitten, of ik wallen onder de ogen heb. Daarvoor moet ik naar het toilet.

Waar is mijn deodorant, mijn gezichtscrème, de kam? Ik kan maar niet wennen aan waar ik alles neer heb gelegd. Mijn kettinkje is verdwenen en de bodylotion was zoek.

Vanaf dat ik hier woon, heb ik de badkamer niet mooi gevonden. Vooral de lelijkblauwe tegels niet. Maar de rest van het huis vond ik zo mooi, dat ik de badkamer op de koop toe nam. Toch ben ik uiteindelijk gaan sparen en toen ik genoeg had, heb ik een klussenbedrijf gebeld. Voor nieuwe muren, plafond en voor een prettigere douche. Want ja, als het geld moet kosten, moet je het meteen ook goed doen.

Dat dacht de klussenmeneer ook. Hij haalde de tegels er met muur en al uit, het plafond verdween, zodat ik tegen de binnenkant van het rieten dak aankeek en van de vloer bleef niets meer over. Daarna begon hij met opbouwen. Nu heb ik weer muren, een plafond en een vloer, maar alles is nog kaal. Geen tegel te zien, geen spatje verf. Het zal dus nog wel een paar weken duren. Moet ook, zegt hij, want de muren moeten goed droog zijn voor de tegels erop kunnen. En al die tijd moet ik me wassen bij de gootsteen.

Vroeger was dat normaal, althans wassen bij de wastafel. En slechts eens per week onder de douche. Maar ik ben verwend geraakt en mis mijn dagelijkse stortbad enorm. Wie 't mooi wil hebben, moet pijn lijden. En ik red me prima bij de gootsteen met de telkens vergeten afwas. Ik voel me ook niet vies, want ik was me net zo grondig als de badkamer wordt verbouwd. Maar  ... dat niets meer op zijn plaats staat, dat ik elke avond van kamer naar kamer dwaal. Dat alles zo in de war is, dat ik me niet meer thuis voel. Daar heb ik moeite mee. Het is net kamperen. Kamperen in mijn eigen huis! En ik houd niet eens van kamperen.

 

15 december 2009

 

Terug