Terug
|
Hondsbrutaal
De wereld buiten mijn ramen is wit.
Waar ik ook kijk: wit. Er is hier in het noorden van Nederland heel wat
sneeuw gevallen en gedooid heeft het nog steeds niet. De vogels krijgen het
duidelijk steeds moeilijker. De merels weten niet meer waar ze het eten
vinden moeten en eentje is al dagen aan het oefenen voor koolmees. Voor de
meesjes hangen er namelijk zaadbollen. In het begin ging dat prima. De
meesjes kunnen op hun kop hangen en zich in allerlei bochten wringen om de
zaadjes eruit te pikken. De zaadjes die naar beneden vallen, werden
opgepikt door de merels. Dat kan dus niet meer, vanwege de sneeuw. Eén
merel had ten slotte bedacht dat hij vanaf de waslijn bij de zaadjes moest
kunnen komen, maar daarin vergiste hij zich. Vandaag, eindelijk, na
minstens vier dagen oefenen, is het hem gelukt aan de zaadbol te blijven
hangen. Even maar, maar hij hing wel!
Natuurlijk strooide ik ook brood. Op een
plekje vrijgemaakt van sneeuw en mooi in mijn zicht. De merels genoten
ervan. Net als de stormmeeuwen. Wat zijn die groot zo van heel dichtbij,
vlak voor je raam. En wat zijn dat er dan opeens veel, die zomaar uit het
niets verschijnen. De stukjes, die ik keurig klein gesneden had voor de
merels, waren veel te klein en vooral: veel te weinig.
Op televisie zag ik vogels die verzwakt waren
door de honger en ze vertelden dat een zwaan twee broden per dag nodig
heeft. Dus toen ik toch naar de supermarkt moest, vroeg ik wat ze met hun
oude brood deden. Dat stopten ze in de diepvries en verkochten ze voor half
geld, als ze eens een dag te weinig broden bleken te hebben. Ik vroeg zo’n
brood en verheugde me erop de merels blij te maken. En het roodborstje, een
paar mussen en misschien het winterkoninkje. Eventueel de stormmeeuwen ook,
maar toch vooral de kleinere vogels. Hoewel de buizerd ook al een paar
dagen erg laag vliegt om een prooi te vinden. Ik geloof alleen niet dat die
brood eet. Of maakt honger ook voor hem rauwe bonen zoet?
Ik snijd vele bevroren boterhammen in vele
kleine stukjes en gooi alles op het sneeuwvrije plekje. Ondertussen probeer
ik wat te werken, maar mijn ooghoeken staan op steeltjes. De vogels laten
nog op zich wachten. Voorzichtig als ze zijn, kijken ze toch weer eerst de
kat uit de boom. Wel zie ik een vrouw langsfietsen over het besneeuwde pad,
even later gevolgd door een rennende hond. De laatste trapt op de rem vlak
voor mijn oprit, stevent vervolgens recht op het brood af en begint gulzig
te eten. Op mijn geklop op het raam reageert hij niet. Tweemaal gaat zijn
kop even omhoog. Blijkbaar roept zijn vrouwtje hem. Maar hij blijft eten
tot alles op is. Diepvries brood voor de vogels, die niet thuis ook nog een
bakje met eten hebben staan. Alles in een paar tellen weg!
En dat vind ik dus brutaal. Hondsbrutaal.
15 januari 2010
Terug
|
|