De bekentenis - hoofdstuk 1

 

‘Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.’

Ineke sloot haar ogen. Ze was niet langer in staat naar de kist te kijken. De kist die, bedolven onder de witte bloemen, boven het vers gegraven gat in de aarde rustte. De kist die straks in dat gat zou zakken en voorgoed onder de aarde verdwijnen zou. Ze voelde de arm van haar man om zich heen en dat troostte haar. Willem was de afgelopen weken een echte steun voor haar geweest. Ze had bij hem kunnen huilen en schreeuwen en hij had telkens opnieuw begrip voor haar gehad. Hij had ook haar deel van het huishouden voor zijn rekening genomen, de kinderen verzorgd, de boodschappen gedaan en sommige dagen ook gekookt.

Ze opende haar ogen weer om hem aan te kijken, maar haar blik ontmoette die van Annemarie, haar zus, die twee jaar jonger was. De tranen liepen haar over de wangen en Ineke voelde dat zij ze nu ook niet meer inhouden kon. Ze zocht in haar jaszak naar een papieren zakdoekje, maar Willem was haar voor en stak haar er een toe. Hij kende haar door en door. Ze glimlachte ondanks haar grote verdriet. Ze veegde over haar wangen, terwijl ze haar blik verder liet glijden naar Jurian, hun jongere broer. Hij had het helemaal zwaar, dat was hem duidelijk aan te zien. Ineke voelde zich overspoeld door medelijden toen ze hem zag. Hij was vijfentwintig, precies tien jaar jonger dan zij en vanaf zijn geboorte had ze een zwak voor hem gehad. Nu wilde ze hem het liefst in haar armen nemen, zoals ze deed toen hij nog een klein knulletje was en zich ergens aan bezeerd had. Hij zag er zo jong en kwetsbaar uit. Hij was ook nog eens alleen, had geen relatie, geen kinderen en dat maakte dit verlies waarschijnlijk nog zwaarder te dragen.

Opeens zag ze mensen in beweging komen. Verward keek ze naar hen en ze begreep dat de dominee uitgesproken was. Ze had geen woord meer gehoord. Nu zag ze hoe dragers op de kist afliepen, de bloemen eraf haalden en rond het gat drapeerden, hoe ze om de kist gingen staan en vol respect toekeken hoe een van hen de kist in het gat liet zakken.

Dit was het moeilijkste moment. Dit maakte het zo definitief. Dit was echt het einde van dit leven op aarde. Ze zuchtte en snikte tegelijk en greep Willems arm stevig vast. Hij gaf haar echter een duwtje. Ze keek hem aan, want ze begreep hem niet. Hij knikte met zijn hoofd naar de berg zand naast het gat.

‘O.’ Ineke had moeite haar voeten van de grond te krijgen. ‘Ja ...’ Ze keek om zich heen, zag hoe haar vader haast wankelend op het graf afliep en ineens kon ze haar benen toch verzetten. Ze liep op hem toe, schaamde zich een moment dat ze troost gezocht had bij Willem, terwijl haar vader niemand meer had. Ze pakte zijn arm terwijl hij het schepje in de berg zand stak. Samen gooiden ze een beetje zand op de kist in het graf. ‘Dag moeder,’ snikte Ineke, ‘ik zal je zo missen! Ik hield van je. Ik hou van je!’

‘Vrouw ...’ was alles wat haar vader er met schorre stem uitkreeg.

Ze deden samen een stap naar achteren en tot hun verrassing kwam Jurian naar voren. Zijn ogen waren rood, zijn gezicht was wit, maar hij stond kaarsrecht en keek om zich heen. ‘Namens ons allen wil ik jullie bedanken voor je komst. Het doet ons echt goed om te zien dat er zo veel mensen zijn die om onze moeder gaven en de moeite namen om afscheid van haar te komen nemen.’ Toen pakte ook hij het schepje en gooide wat aarde op de kist van zijn moeder.

Ineke stak haar hand naar hem uit en tussen haar vader en broer in liep ze naar de zaal in het gebouw waarin ze koffie zouden drinken. ‘Goed van je,’ zei ze zacht tegen Jurian, terwijl ze zich eigenlijk een beetje schaamde. Zij was de oudste. Zij had de dankwoorden moeten uitspreken, maar ze was zo van slag. Jurian knikte, zei niets.

De anderen volgden hen. Ineke wist dat Willem zich over hun kinderen zou ontfermen en dat zij ze op dit moment even vergeten kon en alleen bezig mocht zijn met haar eigen verdriet en dat van haar vader, broer en zus.

Toch was ze niet echt in staat om haar gedachten te laten gaan. Het was alsof er een dikke mist in haar hoofd zweefde. Ze merkte nauwelijks iets van het geroezemoes in de zaal, waar iedereen koffie dronk en cake at, ze wist achteraf ook niet meer goed te vertellen wie er geweest waren en hoeveel handen ze geschud had. Ze kon zich alleen herinneren dat bijna iedereen de woorden “veel te jong” had uitgesproken.

Op een gegeven moment bleek de zaal echter leeg te zijn en was alleen de naaste familie er nog.

‘Wat doen we?’ vroeg Willem haar. ‘Gaan we naar huis of gaan we met vader mee?’

‘We kunnen hem nu toch niet alleen laten,’ zei ze protesterend.

‘Misschien kunnen we een soort van rooster maken,’ stelde Annemarie voor, die bij hen was komen zitten. ‘Het is natuurlijk onzin als we allemaal tegelijk bij hem zijn, maar ik vind ook dat hij de eerstkomende dagen nog niet veel alleen gelaten moet worden.’

Ineke knikte en keek haar zus warm aan. ‘Dat is een goed idee. Ik hoop dat het bij mijn eigen rooster aan te passen is.’

‘Vast wel,’ vond Annemarie. ‘Dat lukte de afgelopen weken ook. Je weet dat Ruud het geen enkel probleem vindt als ik een paar uur weg ben van het werk. Dus ik pas me wel weer bij jouw rooster aan.’

‘Misschien moeten we vader zelf vragen wat hij wil en kunnen we proberen ons daarbij aan te sluiten,’ stelde Willem voor. ‘Zal ik even met hem gaan praten?’

‘Graag,’ zei Ineke. Ze stond op. ‘Ik moet naar het toilet.’

Annemarie kwam achter haar aan en in het kleine halletje voor de toiletten pakte ze Ineke bij de arm. ‘Nu wil ik het weten,’ zei ze indringend.

Ineke keek haar verbaasd aan. ‘Wat?’

‘Wat moest moeder van je?’

‘Hoe bedoel je?’

‘Waarom moesten wij allemaal de kamer uit vlak voor ze stierf,’ zei Annemarie.

Ineke leek te schrikken van de vraag. Ze gaf geen antwoord.

‘Waarom moest moeder van jou onder vier ogen afscheid nemen?’ kwam er behoorlijk fel uit.

‘Annemarie!’ riep Ineke geschrokken uit.

‘Waarom? Hield ze meer van jou dan van mij?’

‘Natuurlijk niet!’

‘Maar waarom moesten wij dan weg? Het zit me zo dwars! Maar nu is ze begraven en nu wil ik het weten! Was ik soms niet goed genoeg?’

‘Annemarie, daar ging het niet om!’

‘Waarom dan? Waarom wilde ze alleen zijn met jou?’

Ineke zweeg. Ze wist niet wat ze zeggen moest.

‘Nou?’

‘Ze vroeg ... Ze had een ...’ Ineke keek haar zus smekend aan. ‘Ik ...’

‘Ja?’

‘Moeder had een verzoek en ik heb beloofd het te doen en er verder met niemand over te praten.’

‘Een verzoek?’

Ineke knikte. Eigenlijk had ze al te veel gezegd, maar ze wist ook niet hoe ze anders onder dit vragenvuur uit kon komen. ‘Echt, het had niets met jou te maken en niets met afscheid nemen. Ze heeft van mij ook geen persoonlijk afscheid genomen.’

‘Maar wat wilde ze dan?’

Ineke haalde haar schouders op. ‘Dat kan ik je niet zeggen, maar het stelde niet veel voor. Vergeet het alsjeblieft en denk ook alsjeblieft niet dat moeder meer van mij hield dan van jou, want ik denk eigenlijk dat het andersom was. Ik ben gewoon de oudste en daarom vroeg ze het aan mij.’

Annemarie zweeg. Ze leek aan de ene kant gerustgesteld, maar aan de andere kant leek ze ook nieuwsgierig naar het verzoek, maar ze zei niets meer, liet haar zus los en liep het halletje weer uit.

Ineke liep een toilet in en ging zitten. “Het stelde niets voor” had ze gezegd. Met trillende vingers opende ze haar handtas en haalde ze er de brief uit, die daar al brandde sinds moeder haar die gegeven had. Opnieuw las ze de tekst die op de envelop geschreven stond. “Pas openmaken als vader óók overleden is.”

Ze gleed met haar vingers over de woorden die haar moeder geschreven had en zuchtte diep. Moeder was vorige maand zestig geworden. Vader was tweeënzestig. Het kon nog twintig jaar duren voor hij ook overleden was. Dertig zelfs wel. Ze had nog steeds niet kunnen beslissen waar ze de brief al die tijd verbergen zou, maar nu wist ze het opeens. Ze zou hem in het laatje van haar kleine bureautje op de slaapkamer leggen. Daar zat een slot op, al had ze dat nog nooit gebruikt. Het volgende probleem was natuurlijk waar ze de sleutel zou verbergen. Ze zuchtte opnieuw, want ze voelde zich bezwaard. Natuurlijk wilde ze met liefde aan haar moeders wens voldoen, maar plotseling had ze een geheim voor haar zus en een laatje dat op slot zat, terwijl ze eerder nooit geheimen had.

 

Terug