Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mooi

Hoe ouder ik word, hoe minder graag ik in de spiegel kijk en soms bekruipt me zelfs een spijtgevoel dat ik ooit een supergrote spiegel in de badkamer heb geplakt. Want dat is natuurlijk dé plek waar je jezelf helemaal kunt bekijken. Je moet je immers wel totaal uitkleden als je je wilt douchen en dus sta ik minstens een keer per dag volkomen naakt voor die grote spiegel...

Nee, ik zal niet uitwijden over wat er, naast de rimpels in mijn gezicht, allemaal begint te hangen en te zakken aan en op mijn lichaam. De gedachte is al erg genoeg, de blik in de spiegel nog erger, er woorden aan geven kan ik niet aan.

Natuurlijk weet ik ook wel dat het heel normaal is dat je lichaam verandert als je ouder wordt en dat ik op dat gebied echt geen uitzondering ben, maar ik zou die uitzondering toch wel graag willen zijn, want ik heb het er soms best moeilijk mee.

Een geluk is dat meer dan de helft van de ouderdomsverschijnselen automatisch verdwijnt als ik mijn bril afzet en die moet wel af als ik ga douchen.

Het duurde dan ook even voor ik doorhad wat voor sliert er boven mijn hoofd tegen het plafond zat geplakt. Want ook die zag ik voor minder dan de helft en in spiegelbeeld. Hoewel dat laatste weinig uitmaakte want of ie nou links- of rechtsom zat, maakte geen enkel verschil. Hij hoorde er niet, die lange, zwarte sliert tegen het witte, schuine plafond. Minstens zeventien centimeter lang en hij bewoog! Hij rekte zich uit en maakte zich nog langer en toen wist ik het. Nog voor ik mijn bril op had, wist ik wat het was. Een slak. Maar dan een zonder huisje. Hoe kan het ook anders in de badkamer en voor de spiegel? Een naaktslak.

Ik kon me niet herinneren ooit eerder zo'n lange gezien te hebben en al helemaal niet binnen. Even vermoedde ik dat hij zichzelf door zijn lengte bijzonder vond en zich daarom voor de spiegel zat te bewonderen. Even maar, want toen voelde ik mijn maag omdraaien. Ik vond hem vies. Doodgewoon hartstikke vies.

Dus ik rende naar de keuken voor een stukje keukenrol en ik rende weer terug. Waarom ik rende, snap ik zelf niet. Geen trager dier dan een slak immers. Die was heus niet weg als ik niet zou rennen. Maar hij moest wel weg. Ik plukte hem van het plafond en zette hem buiten naast de deur in een plant en rilde.

In de badkamer verwijderde ik de vieze, slijmige sporen van het plafond en zag ik mezelf opnieuw in de spiegel. Opeens moest ik lachen. Misschien is zeventien centimeter voor een naaktslak wel heel bijzonder, dus misschien was hij wel supermooi in zijn wereldje, maar zijn aanblik maakte me misselijk en dát doet de aanblik van mezelf nog steeds niet. Niet eens met bril.

En die gedachte is toch mooi meegenomen!

 

15 mei 2007

 

 

Terug