Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Nieuwsgierig

'Heb je een schotel of kabel?'

Hoewel de vraag heel normaal is, heb ik toch even moeite met het antwoord. Voor de deur staat namelijk een pakjesbezorger met in zijn hand een pakje. Ik weet dat er boeken in zitten, presentexemplaren van mijn nieuwste groteletterboek en daarom dringt de vraag even niet tot me door. Wat heeft het een met het ander te maken?

'Schotel,' zeg ik na enige aarzeling.

'Geweldig, dan moet je eens naar Bahn kijken. Je weet niet wat je ziet!'

Ik begrijp er niets van en dat ziet hij aan mijn gezicht. 'Je hebt toch een treintje? Ik zag het door het raam Op Bahn kun je de hele dag naar treinen kijken. Dat doen mijn zoon en ik ook.'  En weg is hij.

Snel scheur ik het pakje open, want hoewel ik gek ben op mijn treintje en vooral op het aanleggen van het landschap waar het doorheen rijdt, is een van de spannendste momenten in mijn leven toch het bekijken en betasten van mijn eigen boek en met een trots gevoel leg ik de vier dikke presentexemplaren naast elkaar op het tafeltje in de huiskamer. Ze zijn natuurlijk alle vier hetzelfde, maar vier van die prachtige boeken naast elkaar is mooier dan een. Dan valt mijn blik op de televisie. Ik zet hem aan en zoek naar Bahn, heb het snel gevonden en zie wat de pakjesbezorger bedoelt. De ene na de andere trein rijdt door een schitterend landschap. Gaat dat werkelijk de hele dag zo door? Elke dag? Een zender speciaal voor treinliefhebbers? Ik ben verbaasd, maar ga toch terug naar mijn werkkamer. Er moet immers weer een nieuw boek uitkomen!

Exact drie maanden later staat dezelfde man voor de deur. 'Heb je nog naar Bahn gekeken?' Ook nu moet ik even denken voor ik antwoord geef. In zijn hand het pakje met de nieuwste groteletterboeken, dat mij op dat moment veel meer interesseert. Dat zeg ik dan ook. Hij is perplex. 'Heb je die boeken zelf geschreven?' Hij kijkt alsof hij niet wist dat schrijvers echte mensen zijn en dan ook nog een die gek is op treinen. Hij kan er niet helemaal bij.

Drie maanden later komt hij weer helemaal voor mij alleen naar mijn afgelegen huisje rijden. 'Nieuwe boeken?' vraagt hij belangstellend. In een opwelling stel ik hem nu eens een onverwachte vraag: 'Heb je een vrouw?' Hij reageert verbaasd, maar bevestigend en ik geef hem een boek in gewone letters mee.

Waarop drie maanden later (Ja, ja, zo vaak geeft de groteletteruitgever een boek van mij uit!) een enthousiaste reactie komt. 'Mijn vrouw heeft genoten!'

Nu zit ik naar buiten te kijken, want de drie maanden zijn weer voorbij. Ik weet dat hij een dezer dagen langs moet komen met mijn allernieuwste boek "Je blijft altijd welkom". Ik heb mijn treintje gestoft voor het geval hij weer een blik door het raam werpt en het tafeltje in de huiskamer ook. Ik ben er klaar voor. Mijn boeken kunnen komen.

 

13 maart 2008

 

Terug