Oma's geheime liefde - hoofdstuk 1                                                                   terug

 

ik hoorde je stem

je zei mijn naam

en herhaalde hem

met zo veel gevoel

zo veel

heerlijk

geluksgevoel

 

ik zweeg verbaasd

 

terwijl juist ik

jouw naam

had willen zeggen

roepen

schreeuwen

vol van evenveel

heerlijk

geluksgevoel

 

ja,

ik zweeg verbaasd

omdat ík het was

die jóu

gelukkig maakte

terwijl ik juist dacht

dat jíj

míj

 

 

 

 

 


 

-1-

 

Monique keek opgewekt om zich heen. Waar zou ze eens beginnen? Het was geen leuke klus die ze voor de boeg had, maar ze zou zich er dapper doorheen slaan, had ze zichzelf opgedragen. Geen sentimenteel gedoe. Gewoon nuchter, zakelijk aan het werk gaan. Dat was de enige manier om oma's appartementje, zoals ze het zelf altijd noemde, leeg te halen. Veel tijd kon het niet in beslag nemen. De kleine huiskamer en de veel kleinere slaapkamer konden niet veel spullen bergen. Als ze dacht aan haar eigen huis dat ze vorig jaar met haar man had ingericht, de trots die ze voelde bij het uitkiezen van de meubels, de zithoek, de eethoek, het bubbelbad in de ruime badkamer, dan bekroop haar een triest gevoel. Ze zou tien van dit soort appartementjes nodig hebben om alles te kunnen plaatsen. Als dit ook haar voorland was… Niet aan denken nu. Oma Fenna was 88 geworden. Zelf was ze 33. Oma had geen bubbelbad meer nodig en ook niet de ruimte die Monique nu had. Oma was tevreden met een stoel en uitzicht op de auto's buiten. Tevreden gewéést. Ze was er niet meer. Verleden tijd. Stop! Stop met denken. Steek je handen uit je mouwen. Doorpakken. Haar vader en haar twee jaar oudere broer Peter, zouden straks komen om de meubels naar de kringloopwinkel te brengen. De kasten moesten dan leeg zijn, anders hadden ze niets weg te brengen. Alleen het kleine ladekastje. Dat zou Monique mee naar huis nemen. Niet omdat het antiek was, maar omdat het haar het meest van alles aan oma deed denken. Waarom eigenlijk? Ze gleed met een vinger over het bovenblad, keek naar de foto's die erop stonden, haar moeder, oma's dochter Laura dus, die al tien jaar geleden overleden was en waar oma nooit echt overheen gekomen was, de foto van het trouwen van Monique en Bart van vorig jaar, waar oma bij geweest was. Toen voelde ze zich nog goed en had iedereen de indruk gekregen dat ze de 100 wel zou halen. Dat was dus niet zo. Eigenlijk helemaal onverwachts was ze ziek geworden en nog onverwachtser was ze overleden. Monique zuchtte. 88 was een prachtige leeftijd, maar ze zou de oude vrouw toch missen. Ze had een beetje de plaats van haar moeder ingenomen nadat die was overleden. Het was ook een vreemd gevoel dat er nu een hele generatie weg was.

Waarom was dit kastje meer dan de rest met oma verbonden? In gedachten zag ze hoe oma een lade dichtdeed. Dat deed ze vaak als Monique op bezoek kwam. Alsof ze iets opborg wat verder niemand wat aanging. Aarzelend trok Monique een lade open. Dat hadden ze ook al gedaan op de dag dat oma overleden was. Zo hadden ze haar adressenboekje gevonden met de mensen die zij een rouwkaart had willen sturen. Monique vond een agenda, bladerde er gedachteloos in, zocht verder, vond kaarten, brieven, persoonlijke dingen. Ze moest ophouden. Ze kon dit kastje zo wel meenemen en het thuis bekijken, daar bepalen wat er weg kon en wat niet. Een klein fotoalbum met een trouwfoto van oma en opa, de opa die Monique niet eens gekend had.

In de derde la lagen drie boeken met een hard kaft, gebloemde boeken. Monique pakte er een en zag tot haar verrassing dat het een dagboek was! Had oma een dagboek bijgehouden? Haar hart begon sneller te kloppen. Dat was zeker interessant! Misschien zat er een boek in. Oma's leven door haar zelf verteld! Monique was freelance journaliste. Ze werkte voor een tijdschrift, maar daarnaast schreef ze korte verhalen, fictie, zelf verzonnen, maar waarom konden ze niet op waarheid gebaseerd zijn? Ze keek naar de laatste aantekening. Die was van drie dagen voor haar dood! Ze had echt ijverig alles opgeschreven wat haar bezighield en overkwam. 'Lief, ik voel dat het voorbij is. Mijn lichaam houdt het niet meer vol. Dit zijn mijn laatste regels en al krijg jij ze nooit te lezen, ik wil toch nog één keer schrijven dat ik van je houd, dat ik altijd van je gehouden heb, met mijn hele hart. Het ga je goed en ik zie je als je ook zover bent om de aarde te verlaten. Dan zullen we voorgoed verenigd zijn, zoals we in onze harten altijd al waren.' Monique voelde een brok in haar keel, haar hart sloeg sneller. Wat waren dit voor zinnen? Aan wie schreef oma die? Niet aan haar moeder, want die had de aarde al verlaten. Maar ook niet aan opa, die haar immers al lang geleden was voorgegaan. Had oma een vriend waar zij niets van wist? Ze pakte het middelste dagboek en sloeg een willekeurige bladzijde open en las een willekeurige regel. Nee, ze las de regel die opviel, omdat hij gevlekt was. Tranen? 'Ik wist niet dat een hart voelbaar pijn kon doen, maar mijn verdriet is zo groot, dat ik lichamelijke pijn heb, een aanwijsbare zere plek onder mijn linkerborst. Het verrast me en het beangstigt. Zo veel hou ik van jou, dat ik lichamelijke pijn heb. Kan ik echt wel leven zonder jou?' Ze keek naar de datum en zag dat de tekst dertig jaar geleden geschreven was. Dertig jaar! En nog schreef ze over hem drie dagen voordat ze sterven zou. Wie was deze man van wie ze hield?

"Nou, jij bent ook nog geen snars opgeschoten!"

Monique dacht dat haar hart echt ophield met slaan, zo schrok ze van de onverwachte stem. "Peter! Kan je niet aankloppen?"

"Aankloppen? Wat is dat voor onzin. Waar ben jij mee bezig?"

"Niets, niets." Ze klapte het boek dicht en stopte het weer in de derde la. "Dit kastje zou ik mee naar huis nemen, weet je nog?"

"Ja, dus ik snap niet waarom je juist dat aan het leeghalen bent."

"Ik ook niet, sorry. Ik had me zo voorgenomen om niet sentimenteel te worden." Ze knipperde verwoed met haar ogen. Over wie had oma het? Ze was toch al eeuwen alleen? Ze had geen vriend en niet gehad ook, althans niet voor zover zij het wist. Ze draaide zich om en liep op de grote kast in de kamer af. Lp's van eeuwen geleden, cd's die van recentere datum waren. "Ik neem die muziek ook wel mee naar huis. Misschien zit er nog iets moois tussen. Of wil jij ze hebben?"

"Die ouwe troep?" Peter schoot in de lach. "Echt niet!"

Monique haalde alles eruit, stapelde het bovenop het ladekastje en ging verder met het leeghalen van de kast. Peter kwam met zijn armen vol kleren uit de slaapkamer. "Die kunnen zeker wel naar het Leger des Heils?"

Monique knikte. "Ja, doe dat maar."

"Ha, jullie zijn al begonnen. Fijn!" Hun vader kwam de kamer in. "Valt zeker toch tegen? Het is echt onvoorstelbaar wat een mens allemaal verzamelt in zijn leven."

"Nou, ik vind het juist triest," viel Monique uit. "Dit is alles wat er over is van oma's leven. Een kast, een stoel, een paar foto's. Waar is de rest waar ze van hield?"

"Ja, zeg, meer paste er toch niet in," zei Peter. "Dat is allemaal al weggedaan toen ze hierheen ging."

"Precies en dat vind ik afschuwelijk. Stel je voor dat jouw muziekinstallatie niet meekan als je hierheen verhuist."

"Die moet mee!" riep Peter uit. "Hoe oud ik ook ben, muziek zal ik altijd blijven draaien."

"Maar waar wou je al die cd-rekjes neerzetten? Je speakers? Je computer? Je verzameling kleine vrachtwagens?"

"Ja, zo kan die wel weer. Ik ga gewoon nooit in een bejaardentehuis wonen."

"Dat heb je niet voor het kiezen," mokte Monique. "Oma wilde misschien ook wel helemaal niet."

"Zij moest wel. Zij kon zich alleen niet meer redden," zei Peter.

"Klopt en dat kan jou ook overkomen en kijk eens wat er dan van je leven overblijft."

"Jongens," riep vader, "hou op. Laten we opschieten. De kamer moet vandaag leeg."

Monique zuchtte eens diep. Dit was dus precies wat ze niet van plan was. Ze zou flink zijn en doorpakken, maar ze was de kluts helemaal kwijt. Kwam het door oma's dagboeken? Zodra ze thuis was, zou ze ze gaan lezen. Misschien zat er echt wel een boek in. Het leek haar al jaren geweldig een mooi boek te schrijven, maar ze had nog steeds geen goed onderwerp kunnen bedenken.

"Hallo, waar ben je nou weer met je gedachten?" riep Peter.

Ze keek geschrokken op.

"Ik vroeg of je soms nog handdoeken kon gebruiken of moeten die ook maar naar het Leger."

"Doe maar weg, ja. Ik heb er genoeg en allemaal in de kleur die bij de badkamer past."

Ze werkten een poosje zwijgend door. Peter en vader begonnen de meubels naar buiten te brengen en zetten ze voor de lift. De deur stond open en iedereen kon binnenkomen. Dat gebeurde dan ook.

"Hé, waar gaat u met die rollator naartoe?" Monique haastte zich de gang op.

De oude man keek haar met zijn kleine, priemende ogen verbolgen aan. "Die is voor mij."

"Helemaal niet!" Ze lachte hem vrolijk toe.

"Echt wel. Ze zei altijd tegen me 'Gerrit, als ik er niet meer ben, dan krijg jij mijn rollator' en nou is ze er niet meer, toch? Dus is ie van mij."

"Maar dat kan zomaar niet."

"Laat hem toch," bemoeide Peter zich ermee. "Wij hebben er niets aan of wilde je hem in de kamer zetten met planten erop?" Hij moest om zijn eigen idee lachen.

"Natuurlijk niet, maar hij is misschien van het tehuis of moet terug naar thuiszorg, weten wij veel."

"Daar zit wat in," zei hun vader. Hij liep op de man af en legde zijn hand op de rollater. "We nemen hem nu nog even mee, maar we gaan vragen of we hem u geven mogen."

"Dan krijg ik hem nooit. De directrice pikt alle rollators in, maar deze is voor mij. Dat heeft Fenna zelf gezegd!"

"We zullen zien," zei vader en nam de man de rollator af.

"Maar Fenna zei dat ik hem kon krijgen!" riep hij boos uit, maar hij sjokte toch de gang af en verdween uit zicht.

Peter lachte om de man, maar Monique had medelijden met hem. Ze voelde zich opeens naar bij de gedachte dat zij net zo oud zou worden. Zou ze dan ook ruzie maken om een rollator? Was dat dan het enige wat nog belangrijk was in haar leven?

"Sta je alweer te suffen?" vroeg Peter geïrriteerd. "Zo komen we echt niet klaar."

"Je hebt gelijk, maar het valt me plotseling zwaarder dan ik verwacht had."

"Dat snap ik," zei vader. "Dat had ik ook toen moeder overleed. Misschien was dat anders, want ze was natuurlijk wel mijn vrouw en ze had geen geheimen voor me, maar je haalt zomaar iemands spullen overhoop, dingen die altijd privé waren, daar zit je opeens in te rommelen. Ik voel me er ook niet prettig bij."

Monique knikte hem dankbaar toe. Ze dacht aan al het ondergoed van oma Fenna dat ze net in een plastic zak gedaan had. Peter lachte om de ouderwetse beha's, maar zelf moest ze er niet aan denken dat haar kinderen of kleinkinderen ook in haar spullen zouden zitten snuffelen en sorteren als het ooit zo ver was. Hè, bah, ze werd er helemaal melancholiek van. Daar moest ze mee ophouden. Ze had trouwens nog niet eens kinderen, laat staan kleinkinderen. Ze had haar hele leven nog voor zich. Ze kon maar beter iets van Peters nuchterheid overnemen. Die leek nergens last van te hebben en werkte stug door.

Ze diepte een schoenendoos op, die verborgen leek in het achterste hoekje op de bodem van de kast. Verbaasd haalde ze er een paar heel hooggehakte, zwarte schoenen uit.

"Wow, sexy, zeg!" riep Peter bewonderend uit. "Waar haal je die vandaan?"

"Van oma," zei ze weifelend.

"Dat geloof je toch zelf niet. Mag ik die hebben? Wedden dat Daphne daar heel happy mee is. Naaldhakken van tien centimeter. Ik hoop dat ze die voor me dragen wil. Krijgt ze nog langere benen van."

 

Uiteindelijk lukte het ze toch nog om het hele appartementje die dag leeg te krijgen. Peter had verschillende keren heen en weer gereden tussen kringloopwinkel, Leger des Heils en bejaardentehuis. Nu stond er nog één hele grote stapel die mee zou naar Monique. Het ladekastje met inhoud, alle muziek van oma, de foto's die aan de muur gehangen hadden, een schilderij met een vuurtoren en een paar lijstjes met mooie plaatjes en alvast diep verborgen in Moniques eigen tas de drie dagboeken van oma. Ze kon niet wachten tot ze thuis was, want de met de hand geschreven teksten hadden haar belangstelling meer dan gewekt!

terug