Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uitgeteld

Vanmorgen met een heerlijk inspirerend gevoel wakker geworden en opgestaan. Ik wilde meteen gaan schrijven, maar bedacht dat ik beter eerst even iets kon verifiėren op internet. Toen schoot me te binnen dat ik dat al twee dagen niet meer kon: op internet gaan en in mijn mailbox kijken. Even gecheckt en nee, het kon nog steeds niet. De klantenservice gebeld. Er was geen storing. Dus lag het aan mijn instellingen. Die van mijn computer dan. Had ik onbewust, ongewild iets veranderd? De man met de Friese voornaam vertelde me hoe ik mijn computer terug kon zetten naar het moment waarop alles nog wel goed was. En dan opnieuw proberen. Ik moest de telefoonverbinding verbreken om het uit te proberen, want ik ben antiek. Ik mail nog via mijn telefoonlijn en kan dus geen twee dingen tegelijk. Zijn instructies uitgevoerd – er was echter niets veranderd. Opnieuw gebeld. Deze hulpverlener had een heerlijk warme stem. En geduld had hij ook. Hij hielp me een vinkje weg te halen voor 'internet protocol TCP/IP', mijn computer opnieuw te starten en het vinkje weer terug te zetten. Dit moest werken, vond hij. "Belt u mobiel?" vroeg hij. Nee, echt antiek dus, want ik heb geen mobiele telefoon. Telefoonverbinding verbroken, opnieuw contact gezocht met internet. Niks. De derde helpdesker was slecht te verstaan, maar hij mompelde dat hij gehoord had dat er een storing op de inbelverbindingen was. Ik perplex. Dat was immers mijn allereerste vraag geweest. Hij ging informeren, maar zei al snel dat het toch niet zo was. Eerlijkheidshalve moest hij eraan toevoegen dat er weinig bekend was over inbelverbindingen, want daar werkte haast niemand meer mee. Hij vertelde enthousiast dat ik voor vijf euro per maand een verbinding van dag en nacht kon krijgen, even een splitter ertussen en ik hoefde nooit meer in te bellen. Veel handiger en sneller. "Je houdt me voor de gek," zei ik. "Natuurlijk niet!" Maar toen viel hij even stil. Hij had mijn postcode ingetikt en gezien dat... "Niet te geloven," vond hij. "We hebben bijna in heel Nederland dekking." Maar dus niet bij mij op het platteland. Dan zat er nog maar een ding op. Ik moest pingen. "Eh?" Hoewel nog steeds niet geheel verstaanbaar, legde hij toch geduldig uit wat het was en wat ik moest doen. Lukte dat niet, dan lag het toch aan hen, al kon dat niet, want er was geen storing. Vlak voordat hij ophing, zei meneer slechtverstaanbaar nog iets vreemds: "Ik heb een ander inbelnummer voor u van een lijn die geen storing heeft." Hoezo geen? Maar goed, ik ging pingen... Nee, ik ga niet uitleggen wat het is, want het lukte niet en derhalve had het dus vanaf het begin niet aan mijn computer gelegen. Uiteindelijk ingebeld via dat noodnummer en... de mailtjes kwamen binnen, ik kon weer op internet zoeken! Ik wist alleen niet meer wat ik zocht.

Twee uur nadat ik geļnspireerd was opgestaan, had ik nog geen letter op mijn beeldscherm gezet, maar was ik uitgebeld en uitgeteld.

 

27 oktober 2007

 

 

Terug