Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verward

Als ik een boek aan het schrijven ben, droom ik daar ook van. Niet dat ik me dat bewust ben, maar het moet haast wel. Want als ik 's morgens wakker word, zijn de mensen uit mijn boek al druk in de weer en schuif ik zo snel mogelijk achter de computer om op te schrijven wat er in mijn hoofd gebeurt. Ik zet altijd eerst nog wel koffie, maar dan vliegen de woorden eruit. Hoewel die koffie er vanmorgen bijna bij inschiet was, zó druk is het in mijn hoofd. Best wel logisch, want ik ben aan het laatste hoofdstuk toe en daarin moeten alle losse draadjes keurig aan elkaar geknoopt worden en iedere persoon uit mijn boek heeft me wel iets te vertellen.

Dus ga ik snel zitten schrijven, schrijven, schrijven. Ik vergeet de hele wereld om me heen en schrijf maar door. Het is behoorlijk spannend en het loopt fantastisch en ik begin een heel tevreden gevoel te krijgen, want het boek loopt goed af en de dader wordt gepakt.

Plotseling verschijnt er een wit busje in mijn ooghoek en ik kijk op. Mijn hart is even totaal van slag. De kaasboer. Wat komt die doen? Hij steekt vrolijk zijn hand op en verwacht natuurlijk dat ik opsta en naar buiten kom om bij zijn rijdende kaaswinkel een stuk kaas te kopen, zoals ik anders altijd doe. Maar ik blijf verstijfd zitten. Ik begrijp er even helemaal niets meer van. Verward. Volkomen verward. Is hij ook op vakantie? Dan dringt het tot me door dat ik thuis ben en niet op vakantie, zoals in mijn boek, en dat het dinsdag moet zijn, omdat de kaasboer altijd op dinsdag komt en dat zijn vorige bezoek dus twee weken geleden was, omdat hij altijd om de twee weken komt. Ik wenk hem en hij komt naar de voordeur, die ik open in ochtendjas. Zonder ontbijt gehad te hebben. Compleet van de wereld. Het is half vier!

Hij lacht. Hij vindt het wel mooi dat ik zo in mijn boek leef, maar ik ben echt de kluts kwijt. Gelukkig weet hij inmiddels van welke soort kaas ik hou en die komt hij netjes brengen. En ik zeg: 'Sommige mensen denken dat ik een saai bestaan heb zo achter de computer de hele dag. Maar dat is echt niet waar. Ik ben de hele dag al op reis en ik heb zo veel meegemaakt. Hier gebeurt echt van alles.'

Ik betaal en ga weer terug naar mijn computer. Een half uurtje later is mijn boek af en voel ik eindelijk dat ik nog steeds niet ontbeten heb. Opgelucht dat het boek er is, loop ik vrolijk naar de keuken en kom tot de ontdekking dat er in de koelkast nog maar een heel erg klein stukje kaas ligt. Het wordt tijd dat het dinsdag wordt, denk ik. Maar in de gang ligt een nieuw stuk kaas en dan weet ik dat het vandaag dus dinsdag is. Hè, hè, ik ben weer thuis.

 

31 maart 2008

 

 

 

Terug