Als dag en nacht - hoofdstuk 1

 

'Dan verklaar ik jullie nu tot man en vrouw  ...’

Susanne keek Jules stralend aan. Het was duidelijk dat ze zich op dit moment de gelukkigste vrouw van de wereld voelde. Ook Jules keek stralend, want hij hield van haar en was net zo gelukkig.

'De bruid en bruidegom mogen elkaar nu kussen,' klonk de stem van de ambtenaar in het stadhuis.

Susanne zag Jules' lippen dichterbij komen en haar mond bereidde zich voor op hun eerste kus als getrouwd paar. Toch vlogen haar ogen vliegensvlug naar de mensen achter hen en bleef haar blik even in die van Joyce rusten. Joyce glimlachte en stak haar duim op.

Jules zag Susannes blik afdwalen en grijnsde inwendig. "Neem je er een, krijg je er twee," hoorde hij de woorden van zijn beste vriend Jeroen in zijn hoofd weerklinken en het was waar! Jeroen had helemaal gelijk gehad.

Toen raakten hun lippen elkaar en de kus die volgde was teder en liefdevol en werd vergezeld van applaus.

'Jullie mogen weer gaan zitten,' zei de ambtenaar van de burgerlijke stand plechtig.

Daarna volgde de ondertekening van de huwelijksakte door het bruidspaar en de getuigen. Het sprak vanzelf dat Susanne haar tweelingzus Joyce als getuige gekozen had. Ze waren twee handen op een buik en konden niet leven zonder elkaar. Maar ook hun moeder getuigde voor haar. Ze had er zelfs tranen van in haar ogen en Susanne dacht terug aan het ontroerende moment waarop ze haar moeder vroeg haar getuige te willen zijn.

'Ik?' had Lydia van der Kooij verbaasd uitgeroepen.

'Ja!' riep Susanne. 'Jij hebt me op de wereld gezet, ik wil ook graag dat je bewust aanwezig bent bij mijn volgende stap. Je hoort toch bij mij!'

'Meid, wat doe je me daar een plezier mee,' had moeder verzucht. 'Wat vind ik dat lief!' Ook toen waren haar de tranen in de ogen geschoten. Net als nu, op het moment dat ze de akte ondertekende.

Susanne keek haar vol warmte aan. Ze hield van haar moeder. Ze had een fijne jeugd gehad en die had ze voor het grootste deel aan haar moeder te danken. Haar vader was ook een prima man, maar die werkte zo veel, dat hij maar weinig thuis was geweest toen Susanne en Joyce nog klein waren.

Waar ze haar moeder vooral om bewonderde, was de manier waarop ze ermee omgegaan was dat zij een tweeling waren. Ze had ze altijd als twee zelfstandige persoontjes behandeld. Ook altijd verschillend gekleed. En ze vooral gestimuleerd die hobby's en opleidingen te doen, die bij hen pasten en niet hetzelfde als hun zus te doen. Ze waren een twee-eiige tweeling en leken in niets op elkaar, maar Susanne kende andere twee-eiige tweelingen die wel als een geheel opgevoed waren en nu als volwassenen niet in staat waren ieder zelfstandig te leven, hun eigen weg te gaan.

Haar ogen volgden moeder Lydia toen ze opstond en weer naast haar man Pieter ging zitten. Joyce werd geroepen en stond op. Lachend fladderde ze door de trouwzaal en nam ze plaats achter de tafel. Haar glinsterende korte jurk liet niet veel aan de verbeelding over. Ze keek op, draaide haar ogen naar Susanne en grijnsde: 'Zeker weten, zus?'

'Echt wel!' riep Susanne uit.

'Maar ik wil er de schuld niet van krijgen als het misgaat.'

'Ik heet geen Joyce,' zei Susanne lachend.

'Dat is een goed argument,' vond Joyce en met een sierlijke zwaai van haar arm zette ze een paar verwarde krassen onder de keurige handtekeningen van haar moeder en zus.

Jules' getuigen bestonden uit zijn broer en zijn beste vriend Jeroen. De laatste wierp een geheimzinnige blik op zijn vriend en Jules wist wat die blik inhield, maar hij schudde zijn hoofd. Nee, hij had voldoende aan Susanne. Een was genoeg, hij hoefde er geen twee en vooral Joyce niet, die er weliswaar altijd ontzettend verleidelijk uitzag, maar tegelijk zo'n flirt en vlinder was, die van de een naar de ander fladderde, dat hij wist dat hij heel snel op haar afgeknapt zou zijn als ze echt een relatie kregen. Vol liefde kneep hij in Susannes hand. Het was haast niet te geloven dat ze tweelingzussen waren, want Susanne was zo'n ander mens. Ze verschilden als dag en nacht. Susanne was trouw, nam een relatie serieus, gaf zich volledig en dacht er niet over om vreemd te gaan. Ze hield van hem, dat was overduidelijk en hij wist dat het voor altijd was. Zoiets wist je bij Joyce nooit of eigenlijk wist je van tevoren al dat het nooit stand kon houden. Hij hoefde er geen twee, zoals Jeroen al vaak lachend had gezegd. Susanne was meer dan voldoende! Al kreeg hij er Joyce soms wel bij cadeau.

Na de huwelijksplechtigheid liepen ze de zaal uit. Buiten vormden de familie en vrienden een erehaag voor het bruidspaar. Een paar kleine nichtjes strooiden rozenblaadjes op de rode loper op de trap van het stadhuis. Even stonden Susanne en Jules stil in de grote deuropening, toen stapten ze naar buiten. Iedereen begon in de handen te klappen. Het bruidspaar straalde en deed voorzichtig een paar stappen naar beneden. Susanne schreed als een koningin aan Jules' arm. De lange sleep achter schitterende witte jurk hield ze nauwlettend in de gaten al werd dat ook gedaan door Marjolein, het dochtertje van haar oudere zus Gea, dat als een prachtig bruidsmeisje was aangekleed.

Halverwege de trap hield Susanne even in. Haar ogen vonden de blik van Joyce. Ze hief haar bruidsboeket op en maakte een gooiende beweging in haar richting.

'Als je het maar laat!' riep Joyce. Ze begreep maar al te goed wat Susanne bedoelde met het gebaar. Als ze het ving, zou zij binnen een jaar de volgende bruid zijn. Ze schudde haar hoofd. 'Mij krijg je niet zo ver!'

Susanne lachte. 'Dacht je nou echt dat ik mijn bruidsboeket weg zou gooien?' zei ze terwijl ze de trap verder afliep. 'Dat ga ik drogen en voor altijd bewaren.'

Joyce knikte. Dat had ze kunnen weten. Susanne deed alles altijd perfect tot in de puntjes en volgens het boekje. Spontaan haar boeket weggooien stond daar niet in. Natuurlijk niet. Suf van haar. Ze lachte. Nee, dat boeket zou diezelfde avond nog worden opgehangen, zodat het mooier droogde dan liggend. Wat Jules ook van plan was met hun geheimzinnige huwelijksreis, dat boeket moest eerst verzorg worden. Zo goed kende ze haar zus wel. Kende  ...

Joyce liep lachend achter de anderen aan en zwaaide uitbundig toen het bruidspaar verdween in de prachtige limousine op weg naar het park waar de foto's gemaakt zouden worden. Nee, "kende" was het juiste woord niet. "Voelde" was misschien beter. Ze voelde Susanne aan alsof het om haarzelf ging. Hoe verschillend ze ook waren, ze voelde altijd exact in welke stemming Susanne was. Ook als ze niet bij elkaar waren, was dat gevoel vaak heel sterk aanwezig. Zo sterk soms dat ze de telefoon greep en haar zus belde om te vragen of ze ziek was en dat was dan ook zo. En die keer, bijna een jaar geleden nu, dat ze opeens voelde dat Susanne iets geweldig fantastisch overkwam  ... Terwijl Susanne op vakantie was in Parijs! Ze voelde het zo sterk dat ze er zelf helemaal blij van werd. Ze sms'te "gefeliciteerd" naar haar zus, al wist ze niet waarmee. Maar een simpel "dank je" als Susannes reactie was voldoende om te weten dat ze het goed gevoeld had. Susanne was ook niet verbaasd over het sms'je. Zij had immers precies hetzelfde. Ook zij kon op afstand voelen hoe het Joyce verging. In elk geval ging het er die keer om dat Jules haar officieel ten huwelijk had gevraagd op een manier die zo romantisch was, dat Joyce dus voelde dat Susanne intens gelukkig was.

Ze liep naar de weg waar ongeduldig geclaxonneerd werd. 'Kom je nog?' riep Lydia van der Kooij door het geopende autoraampje.

'Ja, ja, we hebben tijd zat, hoor.' Ze stapte achterin de wagen. Ze had zelf ook een autootje, maar het was veel gezelliger om met haar ouders mee te rijden.

'Niks tijd zat,' bromde Pieter. 'We moeten aansluiten in de stoet. Hoe langer de stoet, hoe mooier.'

'Hè? Zijn ze nog niet weg dan?' vroeg Joyce verward.

'Natuurlijk niet, ze staan om de hoek te wachten tot we er allemaal zijn.'

Moeder had gelijk. Joyce schoot in de lach. 'Ik wist niet dat er zo veel regeltjes waren om een trouwdag perfect te maken. Hoeveel boeken heeft Susanne wel niet doorgenomen voordat ze alles wist en alles op papier had staan?'

'Jij wou niet bij de generale repetitie aanwezig zijn, anders had je het wel geweten,' zei moeder.

Joyce liet een zucht ontsnappen. 'Generale repetitie,' herhaalde ze. Het klonk ironisch en zo bedoelde ze het ook, al had ze er alle begrip voor, want zo was Susanne nu eenmaal. Perfectie tot in het uiterste. Gelukkig had Susanne ook begrepen dat Joyce daar geen zin in had en dus niet kwam. Joyce hield van spontaniteit, impulsief gedrag, misschien was ze zelfs chaotisch en verward, maar zeker niet keurig en tot in de puntjes.

Moeder grijnsde. 'Hoe is het toch mogelijk dat ik twee zulke verschillende dochters heb.'

'Tja, als we nou niet even oud waren, begreep ik het wel,' vond Joyce.

'Wat bedoel je?' Lydia keek achterom.

'Dan was Suus van de melkboer en ik van de postbode, maar dat kan bij ons niet.'

'Foei, alleen het feit dat je zoiets kunt denken!' Maar moeder glimlachte toch.

'Wie is van de postbode?' vroeg Pieter van der Kooij.

Joyce schaterde het uit. 'Ik toch? Ik ben zo anders dan jullie. Zelfs mijn teint is anders. Ik ben veel donkerder en heb bruin haar en bruine ogen.'

'En heeft de postbode dat ook?' Het was duidelijk dat vader het begin van het gesprek niet gevolgd had. Hij keek voortdurend in zijn spiegeltjes om netjes in de stoet te blijven en om te zien of de anderen achter hem dat ook deden.

'Vader!' riep Joyce uit

'Wat? Waar?' Hij keek geschrokken om zich heen om te zien waar het onheil vandaan kwam.

'Niets,' zei Joyce gierend, 'maar soms, vader, soms denk ik toch dat jij de postbode was. Je kunt af en toe ook zo lekker chaotisch en verward zijn. Ik zal het dan toch wel van jou hebben.'

'Kan je nou niet even stil zijn. Het is veel te druk hier in het centrum. Ik moet opletten.'

Joyce begreep het en hield inderdaad haar mond, maar ze dacht aan hun oudere zus Gea, die drie jaar ouder was. Tweeëndertig dus, want Suus en zij waren negenentwintig. Gea was ook veel meer geordend en netjes en ook zo'n huisje-boompje-beestjetype als Susanne. Iets minder keurig en iets minder perfect, maar toch. Joyce was echt een buitenbeentje. Gea was zelfs al acht jaar getrouwd met David en samen hadden ze twee dochtertjes van zeven en drie en een zoontje van vijf. Het oudste meisje, Marjolein, zag er schitterend uit, dat wel, maar zo opgedirkt, dat Joyce het zielig voor haar vond. Zelf leek ze daar echter geen problemen mee te hebben. In tegendeel, ze was apetrots dat ze bruidsmeisje was. Een kind van haar moeder  ... Joyce glimlachte. Dat kon je van Gea en Susanne ook zeggen, maar niet van haar. Toch hield ze van haar moeder. Een betere had ze zich nooit kunnen wensen, maar ze had niet veel van haar geërfd.

'Vader! Daar rechts!' riep Joyce die mee had zitten turen naar een geschikte parkeerplaats bij het park.

Hij gooide het stuur naar rechts. Achter hen klonken piepende banden en werd er driftig getoeterd. 'Wat heeft David?' vroeg vader. 'Hij snapt toch wel dat ik hier wil parkeren?'

Joyce keek achterom en schoot in de lach om de geïrriteerde gezichten van David en Gea die achter hen reden. Ze zwaaide vrolijk naar hen, maar ze zwaaiden niet terug.

'Kun je geen richting aangeven?' was het eerste wat David tegen zijn schoonvader zei toen hij even later ook een parkeerplaats gevonden had.

'Waarom? Je wist toch dat ik hier ergens wilde parkeren.'

'Natuurlijk, maar ik kon toch niet zien dat daar een parkeerplaats was. Jij reed voor me. We schrokken ons wezenloos en we hebben kleine kinderen in de auto, hoor. Jouw kleinkinderen.'

'Nou ja, zeg, ik reed amper dertig op dat moment. Jij kunt dus niet harder gereden hebben. Is er iemand gewond?'

'Nee.'

'Mooi zo.' Pieter draaide zich om en liep op zijn vrouw af. Keurig stak hij zijn arm door die van haar. Hij was goed getraind tijdens hun vijfendertigjarig huwelijk. Hij wist het, maar het deed hem niets. Hij hield van Lydia. Nog steeds. Dat hij zich iets netter moest gedragen dan eigenlijk in hem zat, nam hij graag op de koop toe. Helemaal op zo'n feestelijk dag als vandaag. Hun tweede dochter die ging trouwen!

 

's Avonds hielden ze een groots feest met een goede band die gespecialiseerd was in echte dansmuziek. Susanne zat genietend om zich heen te kijken. Ze hield Jules' hand vast.

'Loopt alles naar wens?' vroeg hij zacht in haar oor.

'Helemaal! Het is geweldig en iedereen doet zo lief mee. Die toespraken tijdens het diner van onze vaders en van Jeroen  ...’

'En het lied van Joyce,' vulde hij aan.

'Precies. Iedereen was lief en heeft zijn best gedaan en het eten was perfect en de taart  ... O, ik hoop zo dat die foto's gelukt zijn, want wat was het een mooie taart. Vijf verdiepingen. Gewoon jammer om hem aan te snijden.'

Jules lachte. 'En dan nu nog die honderden mensen.'

'Ja, ongelooflijk toch, dat er zo veel gekomen zijn,' vond Susanne.

'Had jij er dan niet zo veel uitgenodigd?' vroeg hij lachend.

'Tuurlijk wel, maar dat betekent nog niet dat ze ook komen.'

'Wie laat nou een feest dat door jou georganiseerd is schieten!' Hij schudde zijn hoofd.

'Wat bedoel je?' Ze keek hem onderzoekend aan.

'Niks. Als jij iets doet, doe je het goed.'

'Dat is toch normaal?'

Hij lachte. 'Voor jou wel en daarom ben ik ook zo gek op je!' Hij drukte een kus op haar mond.

'Ik hou nu eenmaal van perfectie,'  zei ze. Het klonk als een verontschuldiging en misschien was het dat ook wel, want ze wist bijvoorbeeld heel goed dat Jules het overdreven had gevonden dat ze een paar danslessen hadden genomen.

'Weet ik toch, meisje,' zei hij glimlachend.

'Onze openingsdans ging ook perfect! Je vond die dansle...’ Ze kon haar zin niet afmaken, omdat hij opnieuw een kus op haar lippen drukte. 'Je hebt gelijk, Suusje, bij een perfect feest hoort een perfecte dans. Ik weet dat ik het zelf niet inzag van die danslessen en dat ik het eigenlijk alleen maar deed om jou een plezier te doen, maar je hebt echt gelijk. Het gaf me een goed gevoel om je zo perfect over de dansvloer te kunnen leiden en ik ben blij dat we het gedaan hebben.' Hij keek haar met een warme blik in de ogen aan. 'Het was een fantastische dag en het is een geweldig feest. Ik geniet volop. Een mooiere trouwdag had ik me niet kunnen wensen.'

'Dank je.' Ze keek hem glunderend aan, maar haar gedachten gingen een andere kant op. Nu had ze nog maar één wens voor ze dertig werd: een kindje. Ze was twee maanden geleden met de pil gestopt! Met medeweten van Jules natuurlijk. Die wilde ook graag vader worden, al hoefde het voor hem niet op stel en sprong. Maar Susanne had er haar hele leven al van gedroomd alles voor haar dertigste "rond" te hebben. Huis, man, kind ... O nee, twee wensen ...

Jules, die haar nog steeds aankeek, zag opeens iets van ongerustheid in haar ogen. 'Wat is er?'

Ze lachte verlegen. 'Ik hoop dat de dag ook fantastisch eindigt.'

Jules schoot in de lach. 'Dát is het. Je bent zenuwachtig voor onze huwelijksreis!'

Ze knikte.

'Je bent bang dat die niet ook perfect wordt.'

Ze knikte aarzelend.

'Omdat je niet weet waar we naartoe gaan en omdat jij het niet geregeld hebt.'

'Dat moest ook niet, dat was jouw taak,' protesteerde ze.

'Precies, laat dat dan ook maar aan mij over. Ik weet zeker dat het perfect wordt. Moet je Jeroen zien!'

Ze volgde zijn blik en schoot in de lach. 'Hij heeft jaren de kans gehad  ...’

'Misschien werkt het aanstekelijk dat wij getrouwd zijn en wil hij nu ook eindelijk.'

'Dan is hij met de verkeerde bezig. Joyce laat zich nooit strikken voor een huwelijk.'

Ze keken lachend toe hoe Jeroen en Joyce heel sensueel de rumba dansten. De vonken vlogen ervan af en steeds meer mensen hielden op met dansen om naar het tweetal te kijken. De verleidelijke heupbewegingen die beiden maakten op het trage ritme van de muziek, de blikken die ze elkaar toewierpen. Zelfs de toeschouwers voelden de erotisch geladen spanning tussen hen. Toen de muziek ophield, klonk er een hoorbare zucht uit het publiek, die gevolgd werd door een daverend applaus. Jeroen nam haar stralend even in zijn armen en kuste haar op haar neus. Daarna liepen ze allebei een andere kant op.

Jeroen kwam op het bruidspaar af. 'Mag ik dan nu de eer om met de bruid te dansen?' vroeg hij beleefd.

'Als je maar niet de rumba met haar danst,' zei Jules grijnzend. 'Kan ik alvast een datum in mijn agenda zetten?'

'Een datum?' vroeg Jeroen verbaasd. Ze waren al bevriend sinds de technische opleiding die ze samen gevolgd hadden en Jeroen dacht dat hij zijn vriend door en door kende, maar deze opmerking kon hij niet volgen.

'Een trouwdatum,' verduidelijkte Jules.

'Van wie?'

'Van jou en Joyce, natuurlijk.'

Jeroen schoot in de lach. 'Dat feeksje valt niet te temmen.'

'Het zag er anders wel uit alsof je een poging aan het ondernemen was.'

'Kom zeg, een beetje spelen is leuk, vooral als de ander meedoet, maar meer dan spelen is het niet. Je kent mijn standpunt.' Hij grijnsde.

'Ja, jij trouwt nooit, maar dat zullen we nog wel eens zien. Ooit komt er een vrouw die zelfs jou weet te strikken.'

Jeroen lachte. 'Die moet dan wel van heel goede huize komen. Nou, Susanne, dit is een Engelse wals en daar ben jij goed in. Wil je?' Hij stak haar elegant zijn hand toe en Susanne pakte die en kwam overeind. Ze tilde haar sleep op en stak haar hand door de lus, zodat de sleep aan haar pols hing en niet in de weg zat bij het dansen. Stralend liet ze zich meevoeren naar de dansvloer.

'Ben je al zenuwachtig?' vroeg Jeroen grijnzend.

'Hoezo? Wat?' Ze keek hem nieuwsgierig aan. 'Weet jij wel waar we naartoe gaan?'

Hij lachte haar geheimzinnig toe.

'Jeroen! Doe niet zo gemeen. Weet je het echt?'

'Ja, maar denk maar niet dat ik iets loslaat. Dat zou je zelf niet eens willen.'

Ze lachte. Hij had gelijk. Bij een perfecte bruiloft hoorde een geheime huwelijksreis. Zo had ze het zelf gewild. Een huwelijksreis geregeld door haar man, waar zij totaal niets van mocht weten. En dat was gelukt. Ze wist echt helemaal niets! Ondanks dat ze al een paar jaar samenwoonden voordat ze trouwden, had ze thuis niets kunnen vinden dat ook maar een tipje van de sluier zou oplichten. Nu begreep ze het opeens. Jules had Jeroen ingelicht en waarschijnlijk hadden alle paperassen die bij de reis hoorden bij hem thuis gelegen.

'Maak je maar niet bezorgd,' zei hij glimlachend. 'Zeker weten dat je het er geweldig vindt.'

'Maar het is wel spannend!' vond ze. 'Ik ben zó benieuwd.'

Terug