Begripvol
Kde je pošta? Dat is Tsjechisch en
betekent: waar is het postkantoor? In het Portugees is dat: onde săo os
correios? En in het Hongaars: hol van itt a közelben egy
postahivatal? Welk taalgidsje ik ook opensla, ze hebben allemaal een
hoofdstuk “Postkantoor” met de gebruikelijk vragen: wat kost een postzegel,
kan dit per luchtpost, kan ik een cheque innen? Maar voor de taalgidsjes
“Nederlands Hoe & Wat en Op reis” zal dat hoofdstuk aangepast moeten
worden, want in Nederland zijn er geen postkantoren meer, alleen nog
verkooppunten en andere punten. Toen ik het hoorde was ik enorm
teleurgesteld, want ik heb heel wat mooie herinneringen aan kolossale
postkantoren in binnen- en buitenland. Je hoeft in Stockholm maar te
zeggen: var finns det ett postkontor? en je komt in een statig
gebouw met hoge pilaren terecht, net zoals in bijna elk ander land – als je
de woorden uit het taalgidsje tenminste uit kunt spreken. Maar niet meer in
Nederland.
In mijn eigen gemeente bestaat het
postkantoor ook al jaren niet meer en al was het niet kolossaal, het was
wel een postkantoor waar ik graag kwam. We zijn echt een stukje cultuur
kwijt en dat vind ik ronduit jammer.
Hoewel ik moet zeggen dat ik het wel begrijp.
Als je ziet hoeveel alleen ik al per mail en niet meer per post verstuur.
Hele manuscripten vliegen door mijn telefoonlijn in plaats van gedrukt op
papier via de post. Op manuscripten moesten flink wat postzegels en die
opbrengst loopt de post dus mis.
Vandaag kwam ik tot een nog vreemdere
ontdekking. Er is dus veel minder post te bezorgen, maar er zijn daarnaast
wel véél meer postbezorgers. Natuurlijk wist ik allang dat er regionale en
landelijke andere postbedrijven zijn, maar omdat ik vandaag op een pakje
zat te wachten heb ik het eens in de gaten gehouden. Zeven – ja, let wel,
ZEVEN postbezorgers kwamen er langs vandaag. En dan bedoel ik ook
POSTbezorgers. Want folders en huis-aan-huisbladen worden bij mij niet
thuis bezorgd, daarvoor woon ik te ver van het dorp. Twee keer fietste er
een dame langs met post in de hand en de fietstassen volgeladen. Een keer
een heer. Hij had een brief voor mij. Twee keer een bestelauto, waarvan er
inderdaad eentje een pakje voor me had. Een keer een personenauto en ja,
ook nog de enige echte postbode. Maar die reed voorbij, want hij had niets
voor mij.
De vraag die vroeger normaal was: is de
postbode al geweest? gaat dus tegenwoordig ook niet meer op. Ook hier gaat
een stukje cultuur verloren. Maar eerlijk is eerlijk: ik wil de mail ook
niet meer kwijt.
Ik vind het nog steeds erg dat wij geen
“postkantoor” in Nederland meer hebben, maar vandaag is mijn begrip ervoor
wel gegroeid. Of de buitenlandse toeristen dit begrip ook tegen zullen
komen als ze de teksten uit hun aangepaste taalgidsjes spuien? ‘Waar is de
supermarkt, de buurtwinkel, het bloemenwinkeltje?’ En dan maar hopen dat
wij snappen dat ze eigenlijk postzegels willen hebben!
30 november 2009
Terug
|