Feeëriek
Net als de film spannend begint te worden,
houdt hij op en begint de reclame. Mooi moment om even wat voor mezelf in
te schenken. Het is avond, een uur of tien.
Ik sta op en loop door de kamer. Het valt me
op dat het buiten nogal licht is. Verwonderd ga ik naar het raam en zie de
grote witte vlakte voor mijn huis die eens mijn grasveld was. Grappig toch,
zoveel licht als de sneeuw afgeeft, terwijl een grasveld er altijd donker
bij ligt. Nu lijkt er zelfs een spel gaande tussen het licht van de sneeuw
en het donker van de bomen. Tot mijn verrassing sta ik even te genieten.
Verrassend, ja, want ik ben eigenlijk allang
uitgekeken op de sneeuw. Die eerste vredige, stille en witte dagen van
december hadden inmiddels hun charme verloren en de sneeuw die maar niet
echt helemaal wilde verdwijnen riep bij mij al een poosje het gevoel op van
ongemak en kou, verlangen naar het voorjaar. Toen het vandaag opnieuw begon
te sneeuwen zat ik dus niet te juichen.
Als de film afgelopen is, zet ik de televisie
uit en maak ik me klaar om naar bed te gaan. Zo rond halfeen doe ik alle
lampen in huis uit, maar zie dat er door de ramen een licht naar binnen
schijnt alsof alle buitenlampen branden.
Ik loop naar het keukenraam. Mijn adem stokt.
Wat is het buiten mooi! Ik ga er even voor zitten om dit prachtigs in me op
te nemen. Het maanlicht beschijnt mijn complete tuin, maar die is bedekt
door precies voldoende sneeuw om alle oneffenheden te doen
verdwijnen. Geen rommel meer, geen dode blaadjes of afgevallen takjes, geen
vieze resten van de afgelopen winter en geen onkruid of een pad dat geveegd
moet worden. Alleen maar een mooie laag wit, beschenen door de volle maan.
En alles wat in de tuin staat, werpt een duidelijke schaduw op het wit.
Even duidelijk als in de volle zon. De gieter, de emmer, een stoeltje.
Natuurlijk weet ik allang dat de maan hier
veel meer licht geeft dan in de stad. Als ik mijn lampen uitdoe, zijn
meteen álle lampen uit. Geen schijnsel van een straatlantaarn, geen licht
van de buren. Nee, hier valt echte duisternis. En daardoor valt het licht
van de maan veel meer op. Vooral wanneer zij vol is. Zo erg dus dat ik er
soms in tuin en denk dat er ergens buiten nog een lamp brandt.
Maar vannacht is alles anders. Niet meer de
halve meter hoge sneeuw van december die alles wat buiten stond tot een
vormloos geheel maakte. Niet meer de half weggedooide bergen sneeuw te
midden van de inmiddels weer bevroren blubber.
Dit is gewoon perfect. Het mysterieuze
maanlicht dat de maagdelijk witte wereld een geheimzinnige uitstraling
geeft, waarin alle voorwerpen een donkere metgezel krijgen. Er komt een
woord in me op dat ik zelden gebruik: dit is feeëriek. Voor één nacht heb
ik een echte sprookjestuin en ikzelf ben de prinses.
30 januari 2010
Terug
|