Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Feestelijk

Eind november 2010 kwam mijn vijfentwintigste roman uit en heb ik de lezers van mijn boeken thuis uitgenodigd voor een kopje koffie. Het werd een gezellige middag en tot mijn verrassing kreeg ik bloemen en bollen. Bloemen staan gemiddeld tien dagen, de hyacintenbol deed er veel langer over, maar ik kreeg ook een bol waar ik heel wat mee te stellen kreeg. Het was een amaryllis en het enige wat zichtbaar was, waren twee groene punten. Aangezien ik wel weet dat zo’n plant erg hoog kan worden, zat ik dus meteen met het probleem: waar zet ik hem neer? Mijn ramen zijn niet hoog en bovendien valt er altijd maar korte tijd zon naar binnen en zon had ze natuurlijk zeker nodig om uit die bol omhoog te schieten. Ik besloot voor het hoogste keukenraam en dacht er gelukkig geregeld aan haar water te geven. Daar ben ik niet zo goed in, want ik heb verder voornamelijk vetplanten in huis staan en cactussen in de kas en die hebben allemaal erg weinig water nodig. Maar de bol liep verder uit. En verder. Op een bepaald moment waren de bladeren zo hoog, dat de bol niet meer op de vensterbank paste. Dus op een hoge trommel gezet, vlak voor dat raam. Zodat ze door kon groeien in het licht. Op een ochtend kwam ik slaperig de keuken in, lag de hele amaryllis op de vloer. Overal aarde. Topzwaar geworden dus. Maar gelukkig onbeschadigd. Ik zette de bladeren weer terug – meer was het nog niet, nog steeds geen knop te zien – maar nu tegen de kast aan, zodat ik niet goed meer bij mijn diepe borden kon en soep eten lastiger werd. Maar de bol leek het allemaal te accepteren. Er kwamen uiteindelijk toch knoppen in. Vier rode knoppen. Twee ervan leken het niet goed te doen. Volgens mij te weinig licht. Ik heb nog een poging gedaan de plant te draaien, maar dat leverde een geknakt blad op, dat de steun van de kast blijkbaar miste en zo hoog geworden was dat het niet meer op eigen benen kon staan. Vijf dagen geleden gingen de eerste twee knoppen open. Wat een prachtig gezicht. Twee wondertjes van de natuur. Naast twee knoppen die alsmaar niet dikker leken te worden. Tot ze drie dagen geleden de eindspurt inzetten en vandaag heb ik plotseling vier schitterende bloemen op die hoge steel. En elke stralende bloem heeft een prachtige lange stamper en een stel lange sierlijke meeldraden. De hele keuken viert feest en ik vier het mee. Haast jammer dat mijn computer in de werkkamer staat. En als ze straks helemaal is uitgebloeid, ben ik er nog niet klaar mee. Dan moet het kaartje van mevrouw JWvdM eraf en in mijn plakboek bij de andere dingen van mijn feestje. Een feestje dat een lang staartje kreeg, en nog een paar dagen zal duren ook. Bijna tot boek nummer zesentwintig er is (begin maart), wat dan voor de lezers weer een feest zal zijn (hoop ik).  

 

3 februari 2011

 

 

Terug