Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hulpeloos

Vorige week zou mijn moeder bij me op bezoek komen. Met fiets, bus en trein. Zelf rijd ik de afstand met de auto in twee uur, maar met het openbaar vervoer duurt het heel wat langer. Daar zag ze echter niet tegenop, kwiek als ze was. Ze had er zin in weer eens bij mij te zijn. Ze wilde graag mijn nieuwe meubels zien en verheugde zich op het bezoek.

Maar het ging niet door. Daarvoor in de plaats ben ik bij haar op bezoek geweest en ook vandaag ben ik bij haar geweest. Ze keek me blij aan vanuit haar aangepaste rolstoel, waarmee ze zelf kan rijden door de gangen van het verpleegtehuis als ze het wiel aan de rechterkant en met haar rechterhand voortduwt. Eruit komen, kan ze niet. Net zo min als erin gaan zitten. Haar linkerbeen weigert dienst en haar linkerhand doet niets meer.

Het contrast tussen de actieve en energieke vrouw die bij mij wilde komen en voor 2012 nog twee vakanties geboekt had en deze hulpeloze, totaal afhankelijke vrouw, die helemaal niets zelf meer kan, is bijna niet met woorden te beschrijven.

Het doet me pijn om haar zo te zien. Elke dag krijgt ze therapie en vandaag zag ik haar lopen. Links de therapeut die haar vasthoudt en in haar rechterhand een stok met onderaan vier pootjes. Enthousiast zeg je dan: ‘Wat goed, mamma, u kunt lopen!’ Net zo enthousiast als zij dat zestig jaar geleden tegen mij zei: ‘Wat goed, Hetty. Je kunt lopen!’ Al vermoed ik dat ik, ondanks dat ik toen nog een peutertje was, toch minder wankel op mijn benen stond dan zij nu.

Een beroerte kreeg ze, en van de ene op de andere dag was haar bezige leven voorbij. Een beroerte. Het is een woord dat je vaak genoeg hoort, maar nu pas dringt het ten volle tot me door wat het inhoudt. Hoewel ... De artsen zeiden dat dit een lichte beroerte was. Dus het had nog veel erger gekund. Maar toch. Het is zo triest om haar zo te zien. Zo verdrietig ook.

Bewonderenswaardig zoals ze zich erbij neergelegd heeft. Ze accepteert haar nieuwe situatie volledig. Niet dat ze er blij mee is, maar ze kan niets anders en dus moet ze het ermee doen. Ze oefent ijverig om toch nog iets zelfstandig te kunnen. En ze is altijd opgewekt.

Drieëntachtig is ze. Ik weet al jaren dat ze er op en dag niet meer zal zijn. Maar zo had ik het me niet voorgesteld.

Ik heb geaarzeld of ik dit op zou schrijven. Meestal staan hier grappige of vrolijke dingen te lezen. Maar het leven is niet altijd grappig en ik ben niet altijd vrolijk. Bovendien is dit iets natuurlijks en komt iedereen op welke manier dan ook er een keer mee in aanraking dat zijn/haar moeder iets overkomt. Ik hoop alleen van harte dat het anderen anders vergaat. Want om je moeder zo hulpeloos te zien, daar word je zelf ook hulpeloos van.

 

24 januari 2012

 

 

 

 

 

 

Terug