Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kortzichtig

Zie je wel dat mijn glazen niet goed zijn, is het eerste wat me te binnen schiet als ik voor een stoplicht moet wachten. Een verkeerslicht in onze gemeente – dat kan niet, dat bestaat zelfs niet.

Jaren geleden zag ik een man, het was avond en donker. Hij zette zijn fiets tegen de muur en het achterlicht bleef branden. Ik keek er verbaasd naar. Kende toen alleen nog de fietsverlichting die uitsluitend brandde als je op de fiets zat en trapte. Hij lachte om mij en zei vervolgens met een ernstig gezicht: 'Dat is handig als je voor het stoplicht staat te wachten. Een achterop komende auto ziet je dan tenminste staan.' Hij keek alsof hij daarom die fiets gekocht had en dat kon niet. Dat was gewoon onmogelijk. De gemeente waar ik woon bestaat uit acht dorpen en in geen enkel van die dorpen is een verkeerslicht. Wel rotondes, die hebben ze ook bij ons gebouwd. Maar voor rood licht hoeven wij hier nooit stil te staan.

Tot vandaag dus. Ik ben op weg naar de opticien in een andere gemeente. Mijn nieuwe bril zit nog net niet goed genoeg en ik zie alles net niet scherp genoeg. Ik word er chagrijnig van en het is ook vermoeiend. Maar goed dat ik besloten heb terug te gaan, want nu zie ik zelfs verkeerslichten staan. Gelukkig wacht ik wel netjes tot hij op groen springt. Maar toch, het is een vreemd gezicht in onze gemeente, heel vreemd.

De opticien verandert mijn bril, maar mijn ogen zijn al zo gewend aan het onscherpe, dat ik niet zeker weet of het nu wel goed is. Ik besluit naar een boekwinkel te lopen om mijn zicht te testen. Tenslotte is er juist weer een boek van mij uitgekomen, het zou leuk zijn als ze er een flinke stapel van hadden liggen. Of het aan de bril ligt of aan de winkel, weet ik in eerste instantie niet – maar ik zie niets, geen enkel boek met mijn naam erop. Er loopt een verkoopster. Ze kijkt me vragend aan. 'Ik zoek een boek van Hetty Luiten,' zeg ik enthousiast. 'Nooit van gehoord,' zegt ze ijskoud. 'Maar we kunnen alles bestellen. Als u een titel weet?' Ik weet wel zeventien titels, maar daar gaat het niet om.

Teleurgesteld loop ik terug naar de opticien en zeg dat ik het gevoel heb dat de glazen nu beter zijn. Ik ga het in elk geval proberen. Op de terugweg staan de verkeerslichten er nog. Die aan mijn kant staat nu op groen. Jippie, ik mag zonder stoppen doorrijden. Als ik het licht passeer, zie ik dat het een tijdelijk geplaatst licht is vanwege werk in uitvoering.

Mijn bril lijkt wel in orde, maar mijn hoofd slaat op hol en ik moet stiekem lachen. Want in gedachten zie ik haarscherp vanavond talloze fietsers uit onze gemeente in het donker in file stilstaan voor het rode verkeerslicht. Omdat ze nu eindelijk hun licht kunnen uitproberen waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was.

 

17 september 2008

 

 

Terug