| 
     
     Terug 
              
                                                                                               | 
       Ongastvrij 
       Van de week hadden “mijn” merels 
		familiebezoek! Verre familie zelfs. Niet alleen wat de bloedlijn betreft, 
		ook qua geografische afstand. Zelf had ik het eerst niet door. Van 
		achteren zagen ze er net zo uit als de merels die al dagenlang in een 
		bepaalde struik zitten. Daar hangen nog kleine besjes in. En moeder, 
		vader en twee jongen zijn daar steeds bezig hun buikjes te vullen. 
       Opeens viel me op dat die ene “merel” een 
		witte stuit had. Ik dacht nog dat ie uitgegleden was in de sneeuw, maar 
		toen hij zich omdraaide bleek het een heuse koperwiek te zijn. Net als 
		de merel, lid van de Lijsterfamilie. Mijn hart sloeg direct sneller. 
		Leuk: wintergasten, bezoek uit Finland of Zweden of misschien Siberië 
		zelfs. Eigenlijk niet te begrijpen dat ze die hele afstand gevlogen 
		hebben. Met de auto naar Finland vind ik al een enorme rit, laat staan 
		op eigen kracht. Maar doordat het daar te koud werd, moesten ze hier wel 
		naartoe. Het waren er twee. En samen genoten ze van de besjes in de 
		struik. Ik vond dat grappig, zo’n duidelijk familietrekje. Er is 
		namelijk geen enkele andere vogelsoort in mijn tuin die van die besjes 
		snoept. 
        
       Je zou denken dat mijn merels vereerd 
		zouden zijn met zulk ver bezoek, maar niets was minder waar. Toen meneer 
		merel (de zwarte van het stel) ze ontdekte, joeg hij ze geďrriteerd weg: 
		mijn besjes, afblijven jij, siste hij en hij fladderde extra wild met de 
		vleugels. De arme koperwieken schrokken en vlogen weg. Om toch al snel 
		weer terug te komen. Wat denk je? Na zo’n lange reis niets te eten 
		krijgen? Dat kon immers niet. 
       Ik dacht: ze verstaan elkaar natuurlijk 
		niet. Hun geluiden zijn verschillend! Opeens dacht ik aan Spoorloos van 
		televisie, waar je vaak ziet hoe een in Nederland geadopteerde vrouw of 
		man naar zijn/haar biologische moeder zoekt. Eerst wordt verteld hoe hij/zij 
		in Nederland al jaren naar moeder verlangt. Dan hoor je hoe de moeder 
		elke dag opnieuw aan het kind denkt (Heb ik er wel goed aan gedaan? Hoe 
		zou het met hem/haar zijn?) Vervolgens is er de ontmoeting. Mij schieten 
		altijd de tranen in de ogen. Ze vallen elkaar ontroerd in de armen en 
		... kunnen geen woord met elkaar wisselen. Dat lijkt me zo vreselijk! 
		Eindelijk je moeder zien en dan niets kunnen zeggen! Omdat je in een 
		ander deel van de wereld bent opgegroeid. Maar omhelsd wordt er altijd 
		in Spoorloos en gelukkig lijken ze ook. Ik schaam me eigenlijk voor de 
		merels in mijn tuin, die egoďstisch hun eigen besjes verdedigen en niets 
		willen delen, nog niet eens met familie uit Noorwegen of Rusland. 
        
       On-Nederlands lijkt het echter niet, want 
		ook wij schijnen er wat van te kunnen: vreemdelingen die niet welkom 
		zijn, mensen, als wij, maar uit verre landen, die om wat voor reden dan 
		ook hun heil in Nederland zoeken, zien we liever gaan dan komen. Hebben 
		de merels het van ons, of gedragen wij ons als vogels, beesten? 
         
       7 december 2010   
     
     Terug 
            |  |