Terug

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verlicht

Omdat ik tegenwoordig heel wat vaker naar mijn moeder ga (zie mijn column Hulpeloos), ben ik ook heel wat vaker op de weg. Zo zie je nog eens wat. In plaats van de weilanden, bomen, vogels en schapen die ik normaal elke dag zie, zie ik dan auto’s, vrachtwagens, bussen, taxi’s en ander transport.

Wat me opvalt, is dat lang niet iedereen met ontstoken lichten rijdt, wat ik persoonlijk erg jammer vind. Ik doe dat al sinds ik voor het eerst in Zweden kwam en dat is ruim veertig jaar geleden. Daar was het toen al verplicht, hier helaas nog steeds niet. Want echt, het maakt een enorm verschil. Je valt veel eerder op als je je lampen aan hebt. Het is dus heel belangrijk voor je eigen veiligheid. Oók als de zon volop schijnt, want de tegenligger is misschien verblind, toch zal hij ondanks dat jouw koplampen wel zien.

Over lichten gesproken. Ik reed op zo’n moderne autoweg. Zo een met een groene streep in het midden, waarop je honderd mag, maar niet inhalen. Dat laatste is soms jammer, omdat er altijd wel ergens een vrachtwagen voor je rijdt, die geen honderd mag. En dan rijden we met zijn allen achter die vrachtwagen aan. Ze komen je ook geregeld tegemoet op de andere kant van de weg en altijd met een hele sliert personenauto’s erachteraan. Opeens knipperde er een grote gele vrachtwagen met zijn lampen. Ik schoot erom in de lach, want de reclame van Jumbo klopt dus! ‘Hallo Jumbo,’ zeggen de mensen van Jumbo op televisie. ‘Hallo Joure, Hallo X, Hallo Jumbo.’ Uitgebreid begroeten ze alle Jumbowinkels en Jumbo-werknemers. Dat klinkt heel aardig, maar anderen begroeten ze dus niet. Deze grote gele vrachtwagen deed exact hetzelfde. Hij begroette de gele vrachtwagen voor mij, omdat ze allebei van Jumbo waren. Geen enkele andere vrachtwagen of auto werd begroet, terwijl er bijvoorbeeld achter mij een C1000-wagen reed. Maar nee, geen ‘Hallo C1000’ en ook geen ‘Hallo Hetty’.

Hoewel ik eerlijkheidshalve moet zeggen dat er de keer daarop twee keer naar mij geknipperd werd, maar omdat ik niet zou weten waarom, dacht ik dat het vast voor iemand anders was bedoeld.

Tot ik de volgende dag over het pad bij mijn huis reed. Een wandelaar stak zijn hand naar me op om iets te zeggen. ‘Je ene koplamp brandt niet,’ vertelde hij.

Ik bedankte hem hartelijk, en reed door naar de garage in het dorp, waar er meteen een nieuwe lamp in gezet werd en ik herinnerde me de twee auto’s die geknipperd hadden. Het was toch voor mij bedoeld geweest! Het was zelfs heel erg vriendelijk geweest! Het was een ‘Hallo Hetty, je ene lamp is stuk.’ Lekker suf van mij om te denken dat ze vast niet naar mij knipperden. Dus, beste automobilisten, bedankt voor jullie waarschuwing en als jullie de volgende keer weer knipperen, zal ik jullie geloven en zo snel mogelijk een nieuwe lamp gaan halen, want op de weg ben ik nu eenmaal graag goed verlicht.

 

1 april 2012

 

 

 

Terug