Wereldvreemd
Als je in een dorp woont waar (gelukkig!)
nog geen enkele parkeermeter staat, dan kun je je soms wel wat
wereldvreemd voelen als je opeens wel geld voor het parkeren moet
betalen.
Nu heb ik heus weleens in een
parkeergarage gestaan, dus met slagbomen en een betaalautomaat heb ik
wel enige ervaring. Ik haalde dan ook “geroutineerd” een kaartje uit het
apparaat van de slagbomen bij de winkels, waar mijn moeder graag naartoe
wilde. In Enschede. Een grote stad. Dus ik dacht wel dat het wat zou
kosten, maar ik had geld genoeg bij me. Zelfs nadat we van alles gekocht
hadden en zelfs nadat we samen ergens buiten in de zon een broodje
gegeten hadden. In de laatste winkel die we bezochten, betaalde ik met
opzet met een briefje van vijftig, zodat ik ook wat kleinere biljetten
had. Speciaal voor de parkeerautomaat.
En dat was hard nodig. Ik stopte mijn
kaartje erin. Geen punt, want het was duidelijk aangegeven waar je dat
in moest stoppen. Ik zag dat ik € 6,80 moest betalen. Voor vier uur
parkeren. Misschien normaal voor een grote stad, maar als je het betaald
parkeren niet gewend bent, is dat best een groot bedrag. Ik haalde een
briefje van tien uit mijn portemonnee en bekeek de betaalautomaat, zag
“munten” staan en “bankbiljetten”. Alleen ... waar je die in moest doen
... Ik begreep het niet. Er zat een vreemd vak onder het woord
“bankbiljetten” en ik kon er met geen mogelijkheid een briefje in
krijgen. Mijn moeder meende een gleufje te zien, maar ook daar kon geen
bankbiljet in. Dat was het moment waarop ik me wereldvreemd begon te
voelen. Ik keek om me heen naar hulp, maar er was niemand die ook moest
betalen en niemand dus die ik om raad kon vragen.
‘Kun je hier niet op drukken?’ vroeg mijn
moeder en wees op een knopje waar “help” boven stond. Hm, misschien een
goed idee? Ik drukte. Er kwam direct een stem uit de automaat: ‘Zeg het
eens.’
‘Ik weet niet waar ik mijn bankbiljet in
moet doen.’ Ik vond het zo stom om te zeggen, maar ja, ik moest wel,
want anders gingen de slagbomen nooit open en kwamen we nooit meer bij
mijn moeder thuis.
‘Dat kan kloppen,’ zei de stem. ‘Het bakje
is eruit gehaald. Hoeveel munten hebt u?’
‘Eh ...’ Mijn moeder gaf me snel een euro,
de enige munt die zij nog had. ‘Ik denk dat we samen net € 2,50 hebben.’
‘Kijk eens naar het bedrag,’ zei de stem
opgewekt. En ja, de 6,80 was weg. Er stond nu 2,50. Verrassend. Ik
stopte onze munten erin, maar toen deed zich het volgende probleem voor.
Hij accepteerde geen munten van vijf cent en daar had ik er vier van.
Tot mijn grote geluk stonden er toen inmiddels wel mensen achter me en
ze waren zo vriendelijk die munten te wisselen voor eentje van twintig
cent. Als echte vrouw van de wereld reed ik even later de parkeerplaats
af.
6 juni 2011
Terug
|